Beste Nederlandstalige vrienden,

Deze blog is een didactisch instrument dat het voor burgers mogelijk moet maken om rechtstreeks met mij in contact te staan. Ik spreek hier over zaken die me nauw aan het hart liggen, mijn politieke acties,  ergernissen, standpunten en ontmoetingen. Het gaat hier niet om een institutionele blog, maar om een privéblog waarop ik mij tot nu toe uitsluitend in het Frans heb uitgedrukt. Gezien de huidige politieke context waarin steeds meer politici in zichzelf gekeerd zijn, wil ik echter nieuwe bruggen blijven bouwen en zal ik er dan ook alles aan doen om de Nederlandstaligen zo vaak mogelijk op de hoogte houden van de actualiteit. Aarzel niet me te verbeteren of me uw eigen mening te geven. Ik ben een Staatssecretaris voor alle Brusselaars: Franstaligen én Nederlandstaligen !

Veel leesplezier !

30 JULI 2012 De huurovereenkomst voor bepaalde duur binnen de sociale huisvesting werd in het Brussels Parlement gestemd

“Een belangrijke stap binnen de hervorming van de sociale huisvesting te Brussel”, meldt een verheugde Christos Doulkeridis.

Vrijdag laatstleden heeft het Brussels Parlement positief gestemd over de huurovereenkomst voor bepaalde duur binnen de sociale huisvesting. De tekst, die werd voorgesteld door de Staatssecretaris voor Huisvesting, Christos Doulkeridis, concretiseert één van de maatregelen van het gewestelijk meerderheidsakkoord. Concreet gezien, zullen de nieuwe huurovereenkomsten binnen de sociale huisvesting vanaf januari worden opgesteld voor een duur van 9 jaar. Tot op heden, werden de huurovereenkomsten binnen de sociale huisvesting voor een levenslange duur afgesloten en evolueerden de huurprijzen in beperkte mate in functie van het inkomen van de huurders.

“Ik ben erg verheugd te mogen vaststellen dat deze soort huurovereenkomst voor bepaalde duur werd goedgekeurd door het Parlement na een maandenlange onderhandeling binnen de Regering en een constructieve raadpleging binnen de huisvestingingssector. Met deze nieuwe huurovereenkomst, zal de doelstelling er vanaf nu niet meer in bestaan een woning “levenslang” aan te bieden, maar echter wel de meest nood behoevende mensen van dienst te zijn en te helpen om hun situatie te stabiliseren”, verklaart Christos Doulkeridis, Staatssecretaris voor Huisvesting. Daar waar Brussel momenteel een huisvestingscrisis doormaakt, meer dan 38.000 gezinnen in afwachting zijn van een sociale woning en onze hoofdstad het hoofd moet bieden aan de demografische boom, was het einde van de “levenslange” huurovereenkomst, volgens Christos Doulkeridis, noodzakelijk. “Het stimuleren van de uittreding uit de sociale huisvestingssector van personen die destijds een duwtje in de rug nodig hadden maar nu over een hoger inkomen beschikken dat het voor hen mogelijk maakt om een andere soort woning te betrekken, maakt het mogelijk om aan gezinnen die in afwachting zijn van een sociale woning betere kansen te bieden om op hun beurt gehuisvest te worden in een sociale woning. Dit is eveneens een signaal op het vlak van de rol van sociale springplank die de toegang tot de sociale huisvesting moet blijven spelen”. Concreet, zullen de huurders vanaf nu een huurovereenkomst voor 9 jaar ondertekenen. Na verloop van de eerste acht jaren waarin een sociale woning wordt betrokken, zal de OVM overgaan tot een controle van de inkomensvoorwaarden en de samenstelling van het huurdersgezin. Indien de sociale huisvestingsmaatschappij vaststelt dat het inkomen van het gezin tijdens de twee laatste jaren het inkomensplafond dat toegang geeft tot een sociale woning met meer dan 50% overschrijdt, zal de maatschappij een einde kunnen stellen aan de huurovereenkomst middels een opzegtermijn van zes maanden. In het tegenovergestelde geval, zal de huurovereenkomst binnen de sociale huisvesting automatisch worden verlengd voor een duur van drie jaar.

De nieuwe voorziening zal enkel van toepassing zijn op nieuwe huurders die toegang krijgen tot een sociale woning vanaf 1 januari 2013. Om vanzelfsprekende redenen, zullen bejaarden die ouder dan 65 jaar zijn en gehandicapte personen kunnen blijven genieten van een huurovereenkomst voor onbepaalde duur.

Voor Christos Doulkeridis is de tekst die vrijdag laatstleden gestemd werd een evenwichtige tekst die rekening houdt met de aanbevelingen en voorstellen die werden geformuleerd tijdens de door Christos Doulkeridis georganiseerde raadpleging van de actoren van de sociale huisvestingssector. “Zo vermijden we bijvoorbeeld de ‘werkloosheidsval’, aangezien de periode voor de berekening van het inkomen zich zal uitspreiden over twee jaar en op die manier wordt voorkomen dat we ons op buitengewone inkomens baseren. Daarnaast werd de te overschrijden grens vastgesteld op 150% (van het inkomen dat toegang geeft tot de sociale huisvesting) en dus niet op 110 of 120%, zoals een aantal actoren had vooropgesteld. Het komt er hier op aan de emancipatie van de huurders te stimuleren door de toegang tot de sociale huisvesting mogelijk te malen zonder daarbij de zoektocht naar een betrekking te ontmoedigen”.

Op voorstel van Christos Doulkeridis, heeft het Parlement eveneens besloten dat de Regering dient te voorzien in een ondersteuning van de huurders die over een inkomen beschikken dat ervoor zorgt dat hun overeenkomst na 9 jaar tot een einde zal komen om hen op die manier te steunen in hun zoektocht naar een nieuwe woning. “Het is niet correct te stellen dat deze maatregel tot gevolg zal hebben dat huurders op straat worden gezet. Zo zal de doelstelling er met name in bestaan om huurders te oriënteren naar andere openbare huisvestingsvormen die bestemd zijn voor gezinnen met een middelgroot inkomen of om gezinnen te laten doorstromen naar de private markt die over een inkomen beschikken dat het mogelijk maakt om uit de sociale huisvesting te treden. In het kader van deze nieuwe filosofie, zal het er bovendien op aankomen om de aard van het bestaande aanbod aan openbare woningen laten evolueren, zoals ik reeds bezig ben te doen in het kader van mijn project met het oog op de hervorming van de Huisvestingscode dat in tweede lezing door de Regering werd goedgekeurd”.

Deze evolutie van de openbare huisvesting dient met name de sociale gemengdheid te waarborgen binnen grote sociale wooncomplexen. In het kader van deze gemengdheid, wil Christos Doulkeridis elke gemeente en hoofdzakelijk de meeste gegoede gemeenten eraan herinneren dat zij hun verantwoordelijkheid moeten opnemen op het vlak van het aanbod aan openbare woningen. “Wij moeten binnen elke gemeente en indien mogelijk binnen iedere wijk minimaal 15% openbare woningen met een sociaal oogmerk bereiken. De gemeenten zijn naast het Gewest een essentiële actor om deze doelstelling te bereiken”.

Tijdens de uitwerking van deze ordonnantie tot instelling van een huurovereenkomst voor bepaalde duur binnen de sociale huisvesting, heeft Christos Doulkeridis eveneens vooropgesteld om het beginsel van de doorstroming binnen de sociale huisvesting te systematiseren en te dynamiseren. “Zo voldoen bepaalde woningen mettertijd niet meer aan de reële behoeften van de gezinnen die deze woningen bewonen. Een aantal appartementen wordt te groot voor gezinnen waarvan de omvang doorheen de jaren is geëvolueerd”. De nieuwe voorziening zal aan de OVM’s de verplichting opleggen om eveneens over te gaan tot een controle van de gezinssamenstelling na verloop van acht jaar bezetting en een beter aangepaste woning voor te stellen in functie van de beschikbaarheden.

“De doelstelling van de huurovereenkomst voor bepaalde duur bestaat er dus in de sociale rechtvaardigheid en billijkheid op het vlak van de toegang tot een sociale woning te versterken”.

Voor Christos Doulkeridis betreft het hier een nieuwe stap voorwaarts binnen de hervorming van de openbare huisvestingssector te Brussel, naast de rationalisering van het aantal sociale huisvestingsmaatschappijen en de voorbereiding van de nieuwe Huisvestingscode.

“Het gaat hier om één van de maatregelen met het oog op het effectief uitbreiden van het aantal toegankelijke (openbare) woningen die ter beschikking worden gesteld van de Brusselaars via de bespoediging van de productie van het huisvestingsplan, de renovatie van leegstaande sociale woningen en de strijd tegen de leegstand op de private markt, de uitbreiding van het aantal woningen dat wordt beheerd door de sociale verhuurkantoren en de omvorming van kantoren tot woningen”.

10 APRIL 2012 Hervorming binnen de sociale huisvesting: vanaf 2013 zal een huurovereenkomst voor bepaalde duur het voor nieuwe gezinnen mogelijk maken om toegang te krijgen tot een sociale woning
De Brusselse Hoofdstedelijke Regering heeft in tweede lezing haar goedkeuring gehecht aan het voorstel van Staatssecretaris voor Huisvesting, Christos Doulkeridis, om binnen de sociale huisvesting een huurovereenkomst voor bepaalde duur in te voeren. Dit ontwerp concretiseert één van de maatregelen van het gewestelijk meerderheidsakkoord van juli 2009. Zo zullen vanaf januari 2013 de nieuwe huurovereenkomsten binnen de sociale huisvesting worden afgesloten voor een duur van 9 jaar. Tot dusver werden deze afgesloten voor onbepaalde duur en evolueerden enkel de huurprijzen in functie van het inkomen van de huurder.

Daar waar Brussel momenteel een huisvestingscrisis doormaakt en meer dan 38.000 gezinnen in afwachting zijn van een sociale woning, maakt de huidige reglementering het mogelijk dat bepaalde sociale woningen “levenslang” worden bewoond door gezinnen waarvan het inkomen mettertijd is geëvolueerd en het inkomensplafond voor de toegang tot de sociale huisvesting (ruimschoots) overschrijdt. Daarnaast, is er een overduidelijk gebrek aan grote sociale woningen en beschikken de openbare vastgoedmaatschappijen (OVM’s) over weinig instrumenten om gezinnen die een sociale woning betrekken die te groot is in vergelijking met hun gezinsgrootte aan te sporen te verhuizen (muteren) naar een kleinere woning.

Om binnen de context van de demografische boom en de huisvestingscrisis de belangrijke middelen die de overheid investeert in de sociale huisvesting beter af te stemmen op het meest noodbehoevend doelpubliek, heeft Christos Doulkeridis, Staatssecretaris voor Huisvesting, in tweede lezing het akkoord bekomen van de Regering over het ontwerp van ordonnantie tot invoering van een huurovereenkomst voor bepaalde duur en ter bevordering van de mutaties. “Een billijke toegang tot de sociale huisvesting is een essentiële waarde”, benadrukt Christos Doulkeridis. “Het bevorderen van de uittreding uit de sociale huisvesting van personen die destijds een sociale woning genoten maar die momenteel over een hoger inkomen beschikken dat hen toegang geeft tot een andere type woning, maakt het mogelijk om gezinnen die in afwachting zijn van een sociale woning een betere kans te bieden om op hun beurt toegang te krijgen tot een sociale woning. Op die manier kan de toegang tot de sociale huisvesting zijn belangrijke rol als sociale springplank blijven vervullen”.

Na een unanieme goedkeuring in eerste lezing, werd het ontwerp van ordonnantie aan het advies van de Adviesraad voor Huisvesting onderworpen en werden alle actoren van de Brusselse huisvesting geraadpleegd. Christos Doulkeridis heeft erover gewaakt het uitgebrachte advies te verwerken in de tekst die onlangs door de Regering van het Brussels Gewest werd goedgekeurd.
Concreet gezien, zullen huurders die vanaf 1 januari 2013 toegang krijgen tot de sociale huisvesting vanaf nu een huurovereenkomst voor 9 jaar ondertekenen. Na verloop van de acht eerste jaren waarin de sociale woning wordt betrokken, zal de OVM overgaan tot een verificatie van de inkomensvoorwaarden en de gezinssamenstelling van de sociale huurders. Indien de sociale huisvestingsmaatschappij vaststelt dat het inkomen van het gezin gedurende de twee laatste jaren het inkomensplafond dat toegang geeft tot een sociale woning met meer dan 50% overschrijft, zal zij de huurovereenkomst middels een opzegtermijn van zes maanden kunnen verbreken. De nieuwe voorziening, die enkel van toepassing zal zijn op nieuwe huurders die vanaf 1 januari 2013 toegang krijgen tot een sociale woning, biedt de huurder de mogelijkheid om beroep aan te tekenen tegen de ontvangen opzegging. Rekening houdend met hun zwakkere positie op het vlak van de toegang tot de huisvesting, zullen 65-plussers en gehandicapten aanspraak kunnen blijven maken op een huurovereenkomst van onbepaalde duur.

De doelstelling van deze maatregel bestaat erin gezinnen, waarvan het inkomen het mogelijk maakt om de sociale huisvesting te verlaten, te oriënteren naar de openbare huisvesting voor middelgrote inkomens (zoals bijvoorbeeld de huurwoningen van de gemeenten of koopwoningen van de GOMB) of naar de private markt. De Regering heeft zich er eveneens toe verbonden een reeks begeleidingsmaatregelen in te voeren voor huurders waarvan de huurovereenkomst na negen jaar tot een einde komt om hen op die manier te steunen in hun zoektocht naar een nieuwe woning. Voor de andere sociale huurders zal de huurovereenkomst automatisch worden verlengd voor een periode van 3 jaar.

Tijdens de uitwerking van deze ordonnantie tot invoering van een huurovereenkomst voor bepaalde duur binnen de sociale huisvesting, heeft Christos Doulkeridis eveneens vooropgesteld om het principe van de mutatie binnen de sociale huisvesting te systematiseren en te dynamiseren. Zo zullen bepaalde woningen mettertijd niet meer voldoen aan de daadwerkelijke noden van gezinnen die hen betrekken. Daar waar bepaalde appartementen te groot zijn geworden voor gezinnen waarvan de gezinsgrootte doorheen de jaren is geëvolueerd, kunnen bepaalde gezinnen niet over een woning beschikken met voldoende kamers om hun kinderen te huisvesten. Daarom legt deze nieuwe voorziening aan de OVM’s de verplichting op om na een bewoningsperiode van acht jaar over te gaan tot een verificatie van de gezinssamenstelling om vervolgens, in voorkomend geval en naargelang de beschikbaarheid, een woning voor te stellen die beter aan de nieuwe gezinssamenstelling is aangepast.

In navolging van hetgeen er zich in Wallonië afspeelt, zal deze nieuwe huurovereenkomst aan de meest noodbehoevende gezinnen een grotere kans bieden om toegang te krijgen tot een betaalbare woning.

“De combinatie tussen een huurovereenkomst van bepaalde duur en een actiever beleid op het vlak van de mutatie naar een aangepaste woning, zal de billijke kansen op de toegang tot een sociale woning stelselmatig verbeteren voor gezinnen die in afwachting zijn van een woning. Het betreft hier echter slechts één van de maatregelen binnen het geheel van voorzieningen dat de Regering vooropstelt om het aanbod aan betaalbare woningen in Brussel concreet uit te breiden. Zo bestaat het beleid van de Regering er hoofdzakelijk in het aantal betaalbare (openbare) woningen dat ter beschikking wordt gesteld van de Brusselaars uit te breiden via een bespoediging van de realisaties van het Huisvestingsplan (zoals bijvoorbeeld het geval was bij het project “Tivoli” in samenwerking met de GOMB), de renovatie van leegstaande sociale woningen, de strijd tegen de leegstand op de private markt, een belangrijke stijging van het aantal woningen dat wordt beheerd door de sociale verhuurkantoren en van het aantal hypotheekleningen dat wordt toegekend door het Woningfonds of de omvorming van kantoren tot woningen”, benadrukt Christos Doulkeridis.

29 MAART 2012 Doulkeridis nodigt De Wever uit voor een city trip om Brussel te ontdekken
“In plaats van Bart De Wever eenvoudigweg te bekritiseren en omdat ik terdege besef dat het negatieve beeld over Brussel eveneens door vele anderen wordt gedeeld en dit met name ook in Wallonië, heb ik het besluit genomen om zelf actie te ondernemen. Zo heb ik hem in een ruimer kader dan een gewone vergadering uitgenodigd om Brussel te komen bezoeken, te komen kijken wat er zich hier werkelijk afspeelt, zonder de realiteit te verdoezelen, en een genuanceerder beeld te krijgen van de manier waarop Brussel zich momenteel is aan het ontwikkelen”. Het is met die woorden dat Christos Doulkeridis zijn initiatief om de voorzitter van de N-VA uit te nodigen toelicht. Vorige week nog, lokte Bart De Wever een reactie uit van de Brusselse politieke wereld, nadat hij een aantal uitspraken had gedaan voor de Brusselse afdeling van de VOKA, de Vlaamse werkgeversorganisatie. Zo had de leider van de N-VA de Brusselaars ervan beschuldigd dat zij steeds meer en meer geld eisten, dat dit Vlaamse geld enkel dienst deed om de gaten in de begroting op te vullen in weerwil van het regeerakkoord (…), waarbij hij de wil van de N-VA benadrukte om Brussel te laten mede-beheren door de 2 gemeenschappen, …

Christos Doulkeridis is van mening dat het discours van de heer De Wever incoherent is en vol tegenstrijdigheden zit. “Ik wil de problemen echter niet ontkennen – zoals ik eveneens in mijn brief benadruk. Zo kampen andere steden ook met de nodige moeilijkheden … Ook onze hoofdstad heeft specifieke karakteristieken. Zo zijn er in Brussel minder mensen die hetzelfde verleden delen en brengt dit culturele en normverschillen met zich mee. Wij streven echter wel een gezamenlijke doelstelling na die erin bestaat harmonieus samen te leven”.

Een andere uitdaging voor de Minister-Voorzitter van de Brusselse Franstalige Regering bestaat erin de Brusselaars op de eerste plaats te laten genieten van de rijkdom die in Brussel wordt gecreëerd.  “Er is nog veel werk voor de boeg, maar het is echter onaanvaardbaar om Brussel enkel maar in een negatief daglicht te stellen, onze hoofdstad als een soort noodzakelijk kwaad te beschouwen en te opperen dat de andere twee Gewesten veel beter worden beheerd en geen voordeel halen uit de rijkdom die in Brussel wordt gegenereerd”.

5 MAART 2012. Lancering van een rekruteringscampagne om de brandweerlieden van morgen te vinden “Brandweermijnjob.be”

De Brusselse Staatssecretaris belast met de DBDMH (Dienst voor Brandbestrijding en Dringende Medische Hulp) heeft aan de pers de nieuwe rekruteringscampagne voorgesteld voor de brandweerlieden van het Brussels Hoofdstedelijk Gewest. Christos Doulkeridis heeft van de gelegenheid gebruik gemaakt om eveneens een stand van zaken op te maken van de laatste evoluties binnen de DBDMH. “Deze rekruteringscampagne is het zichtbare resultaat van een werk van lange adem dat onder andere in het teken stond van de goedkeuring van nieuwe taalkaders”. De Staatssecretaris heeft daarbij ook het welslagen van een aantal andere structurele hervormingen van de brandweer in de verf gezet die het vandaag mogelijk maken om het operationele kader uit te breiden:
goedkeuring van de hervorming van de loopbaan en de bevorderingsvoorwaarden van de officieren;
versterking van de evaluatie- en bevorderingsvoorwaarden van de brandweerlieden om de carrièremogelijkheden van deze brandbestrijders te consolideren.

“Dankzij deze rekruteringscampagne en na het doorlopen van de verschillende testfasen, zullen niet minder dan 195 brandweerlieden en 35 officieren worden ingeschreven als reservist. Op die manier wens ik te voldoen aan de vraag van de DBDMH om tegen 2015 over te gaan tot een uitbreiding van het operationele kader”.
Bevorderingsgolf
De structurele hervormingen die de laatste maanden werden doorgevoerd maken het eveneens mogelijk om over te gaan tot interne bevorderingen, wat juridisch onmogelijk was zonder nieuwe taalkaders. “De bevorderingsprocedures zullen van start gaan in de maand april en zullen het voor de DBDMH mogelijk maken om 23 adjudanten en 30 sergeanten bijkomend in te schakelen. Het betreft hier een belangrijke stap voorwaarts, aangezien er sinds 4 jaar geen bevordering meer werd doorgevoerd. Sinds het begin van de legislatuur heb ik deze doelstelling als prioritair beschouwd”, benadrukt Christos Doulkeridis.
Een rekruteringscampagne via de radio en het internet

Van 5 tot 26 maart 2012, zullen de kandidaten worden uitgenodigd om de nieuwe Internetsite www.brandweermijnjob.be (*) te bezoeken. Deze website maakt deel uit van een grote mediacampagne die onder andere bestaat uit radiospots (op Fun Radio” en “NRJ” voor de Franstaligen, aangezien deze media zich hoofdzakelijk tot jongeren richten), aankondigingen op de sociale netwerksite Facebook en internetbanners via het netwerk van Google Display.

“Daarnaast, heb ik aangedrongen op de noodzaak om de diversiteit voorop te stellen, aangezien deze binnen de DBDMH nog kan worden bevorderd. De brandweerlieden van morgen moeten uit meer vrouwen bestaan en het multiculturele imago van het Gewest weerspiegelen!”, benadrukt Christos Doulkeridis. De campagne richt zich in het bijzonder tot de jonge Brusselaars, aangezien de radiospots deel uitmaken van het gewestelijke publicitaire uithangbord en er verschillende affiches zullen worden verdeeld in de sportcentra van het Gewest.

Het creatieve idee: de sirene van de brandweerwagen (weergegeven door mensenstemmen en te beluisteren via het geluidsbestand dat als bijlage aan deze persmededeling werd toegevoegd);

“Allereerst, hebben wij het hoofd proberen te bieden aan de uitdaging met betrekking tot het imago van de brandweerlieden in België. Daar waar onze brandweerlieden wel degelijk worden gerespecteerd voor het belangrijke werk dat zij uitvoeren en de voorbeeldfunctie die zij vervullen, hebben zij echter nog niet hetzelfde aanzien dan bijvoorbeeld de New Yorkse brandweer. Daarom hebben wij ervoor gekozen om de campagne te enten op het dynamisme en de jongeren met een verschillende culturele achtergrond”, meldt het agentschap 6+1.

Voor het agentschap vormde de Brusselse tweetaligheid een obstakel voor een duidelijke communicatie. “Wij koestereden de wens om het tekstuele en visuele ontwerp dat in het verleden in vele campagnes werd gebruikt te overstijgen door de dimensie van het geluid toe te voegen. Daarom hebben wij ervoor gekozen om de sirene als rode draad te gebruiken in onze campagne. Zo is de sirene voor iedereen herkenbaar. Iedere persoon bootst het geluid van een brandweerwagen op zijn manier na. Wij hebben de idee gehad om een videocompilatie uit te werken met jongeren die de klanken “pin-pon” (voor de Franstaligen) of “tuu-taah” (voor de Nederlandstaligen) nabootsen om op die manier het geluid van een sirene weer te geven”.

“Dit ontwerp benadrukt de diversiteit. Daar waar alle personen uit deze video hun eigen persoonlijkheid hebben, hebben zij echter één punt gemeen: zij willen allen brandweerman worden.”

“Via de slogan, hebben wij een extra boodschap aan het concept van de sirene toegevoegd. Zo hebben wij de passieve mentale reflex van het zich “aan de kant van de weg plaatsen om de brandweerwagen door te laten” omgevormd tot het “actief optreden om mensen te helpen”.

(*) De inschrijvingen zijn eveneens rechtsreeks mogelijk via de internetsite van Selor.

29 FEBRUARI 2012. Meer dan 2 400 woningen ter beschikking gesteld van de Brusselaars in 2011 dankzij het gewestelijk beleid  
Woensdag 29 februari 2012. Staatssecretaris voor Huisvesting Christos Doulkeridis, heeft een algemene balans voorgesteld van het gewestelijk beleid inzake openbare huisvesting voor het jaar 2011. “Het Brussels Gewest investeert enorm in de productie van kwaliteitswoningen in openbaar beheer en met een sociaal oogmerk. Dit beleid werpt de voorbije maanden meer dan ooit zijn vruchten af, aangezien er dankzij de acties van het Gewest meer dan 2 400 woningen (opnieuw) ter beschikking werden gesteld van de Brusselaars”. Voor Christos Doulkeridis betreft het hier een ware opmars van alle gewestelijke instrumenten. Zo bereikte het Huisvestingsplan de kaap van de 1 000 geproduceerde woningen (746 in 2011) en kende het Woningfonds voor het eerst in zijn geschiedenis meer dan 1 000 leningen toe in een tijdspanne van één jaar. Daarnaast, zagen de SVK’s (Sociale Verhuurkantoren) hun patrimonium groeien tot 3 000 te huur gestelde woningen (204 nieuwe woningen in 2011). De bespoediging van de renovaties binnen de sociale huisvestingssector en de GOMB-woningen draagt eveneens bij tot deze positieve balans.

Volgens Christos Doulkeridis “spreekt men in het kader van de financiële, sociale en milieucrisis vaak over de koopkracht. Er is echter één recht dat men moet kunnen blijven uitoefenen en dat is het recht om zich aan een betaalbare prijs te huisvesten in degelijke omstandigheden. Dit geldt des te meer voor de sociaal zwaksten“. De Brusselse Staatssecretaris voor Huisvesting herinnert eraan dat het Brussels Gewest voor grote uitdagingen staat. “Er zijn in Brussel ongeveer 50 000 gezinnen die in afwachting zijn van een antwoord van de overheid om hun recht op huisvesting te kunnen uitoefenen. Als de overheid dit probleem niet alleen kan oplossen, dient zij tenminste een leidende rol te vervullen, de nodige creativiteit aan de dag te leggen en vooral ook te voorzien in de nodige middelen”.
In 2011, werd dit verlangen bevestigd, aangezien het aantal nieuwe woningen in openbaar beheer en met een sociaal oogmerk dat ter beschikking werd gesteld van de gezinnen de kaap van de 2 400 eenheden heeft overschreden. Sinds de oprichting van het Brussels Hoofdstedelijk Gewest, is het huisvestingsbeleid nog nooit zo productief geweest (cf. tab. 1). Zo werden er 5,25 keer meer woningen opgeleverd in 2011      (2 436 eenheden) dan in 1989 (464 eenheden). De reële en concrete vooruitgang die de overheid heeft geboekt op het vlak van de productie van woningen is te wijten aan verschillende parameters, maar de belangrijkste blijft echter de sterke uitbreiding van de middelen die worden toegewezen aan de sociale   huisvestingssector en dit meer in het bijzonder vanaf 2009 onder de impuls van Christos Doulkeridis. Zo is bijvoorbeeld het bedrag dat daadwerkelijk ter beschikking werd gesteld voor de investeringen van de sociale huisvestingsmaatschappijen erg veelzeggend: dit bedrag steeg van 34,46 miljoen euro in 2008 naar 97,24 miljoen euro in 2011, wat een stijging met niet minder dan 285% vertegenwoordigt ! “Nooit tevoren werden zoveel middelen door het Brussels Gewest effectief ter beschikking gesteld voor de renovatie en uitbreiding van het sociale woningenpark”, benadrukt Christos Doulkeridis.

Opmars via het Gewestelijk Huisvestingsplan

Met zijn 81 projecten, is het Gewestelijk Huisvestingsplan duidelijk één van de belangrijkste producenten van openbare sociale en middelgrote woningen op het grondgebied van het Brussels Gewest. In 2011, heeft het Plan de oplevering van 746 nieuwe woningen mogelijk gemaakt (projecten: “Lennik” te Anderlecht, “Seigneurie” te Brussel, “Ernotte” te Elsene, “Stiénon” te Jette, “Fraternité” te Schaarbeek en “Stockel” te Sint-Lambrechts-Woluwe). Sinds twee jaar, maakt dit Plan een sterke opmars door en werd de symbolische kaap van 1 000 geproduceerde woningen (1 048 wooneenheden) bereikt. Daarnaast, werden er niet minder dan 1 125 woonprojecten effectief opgestart en bevinden zich ongeveer 3 000 woningen in een  preliminaire fase. Sinds december 2009, is het aantal afgewerkte woningen bijna vertienvoudigd, terwijl het aantal lopende projecten ongeveer drie keer zo sterk toenam.
Het Gewestelijk Huisvestingsplan wordt momenteel tot ontplooiing gebracht op het grondgebied van 17 Brusselse gemeenten. Christos Doulkeridis betreurt het echter dat bepaalde gemeenten en lokale OCMW ’s weigeren om gronden ter beschikking te stellen voor projecten van het Plan, terwijl zij hiertoe echter wel in staat zijn. Ter herinnering, heeft de Regering een norm vastgesteld, waarbij elke Brusselse gemeente binnen 10 jaar 15% kwaliteitswoningen in openbaar beheer en met een sociaal oogmerk op haar grondgebied moet tellen.

Wat de origine van de eigendommen betreft die worden ontwikkeld middels het Gewestelijk Huisvestingsplan, toont een analyse van de cijfergegevens aan dat het Gewest en de instellingen die rechtstreeks van het Gewest afhangen het meest actief zijn. 75% van de projecten wordt ontwikkeld op gronden van gewestelijke operatoren en 25% op terreinen van gemeenten en OCMW‘s:

Opmars via het Woningfonds
In 2011, steeg het aantal door het Woningfonds toegekende leningen op significante wijze en werd voor het eerst de kaap van de 1 000 leningen bereikt (1 006 in vergelijking met 733 in 2010). Deze stijging is zonder twijfel het gevolg van de lancering van de BOOSTER LENING (www.boosterlening.be) die:
de huidige voorwaarden versoepelt inzake het maximale inkomen, het maximale leenbedrag en de maximale verkoopwaarde van de woning, rekening houdend met de evolutie van de vastgoedprijzen te Brussel;
nieuwe rentevoeten invoert vanaf 1,25%, afhankelijk van het inkomensniveau, de leeftijd en de gezinssamenstelling.

Christos Doulkeridis herinnert eraan dat de voorziening van de BOOSTER LENING zich richt tot een doelpubliek van jongeren onder de 35 jaar. “Brussel dient het hoofd te bieden aan een dubbele uitdaging: het ontwikkelen van een toereikend aanbod aan woningen voor gezinnen met een laag inkomen en het betaalbaar en aantrekkelijk blijven voor gezinnen met een (toekomstig) middelgroot inkomen, zoals met name jonge gezinnen die hun eerste stappen richting een onafhankelijk bestaan zetten. Dit gegeven is van essentieel belang voor het demografische, financiële en sociale evenwicht binnen het Gewest: zo is de uitdaging des te groter, indien we in overweging nemen dat we evolueren naar een federalisme dat een grotere financiële verantwoordelijkheid van de Gewesten en Gemeenschappen zal vereisen.”

Naast de leningen die de toegang tot de eigendom mogelijk maken, biedt het Woningfonds eveneens een heel concreet antwoord op de huisvestingsbehoefte van de Brusselaars via het verstrekken van huurhulp. “Het betreft hier een erg waardevolle activiteit in het kader van het creëren van woningen die ik eveneens wens uit te breiden via onder meer het Gewestelijk Huisvestingsplan”, benadrukt de Staatssecretaris voor Huisvesting. Het Woningfonds koopt woningen aan en renoveert ze om deze vervolgens te huur te stellen aan gezinnen met een laag inkomen. In dit kader, zijn we gestegen van 50 wooneenheden per jaar in 2006 naar 372 per jaar in 2011.

Opmars via het woningenbestand van de Sociale Verhuurkantoren
De sociale verhuurkantoren (SVK’s) vertegenwoordigen een ander belangrijk antwoord van de overheid op de huisvestingscrisis. De sector van de SVK’s heeft dit jaar nogmaals een groei doorgemaakt. In navolging van de voorbije jaren, steeg hun woningenbestand opnieuw en werd in 2011 de kaap van de 3 000 woningen overschreden (204 extra woningen op 12 maanden tijd). “De SVK’s zijn waardevolle vastgoedoperatoren die deel uitmaken van de alternatieven die de Brusselse Regering ondersteunt binnen haar huisvestingsbeleid”, verklaart Christos Doulkeridis. “Ik wil de sector financieel consolideren en professionaliseren en stel hiertoe reeds enige tijd alles in het werk”.

Opmars via de overige gewestelijke openbare operatoren
Ook andere gewestelijke operatoren spelen een belangrijke rol bij de creatie van openbare woningen. Zo is de GOMB in 2011 begonnen met de bouw van 233 woningen die bestemd zijn voor gezinnen met een middelgroot inkomen die het verlangen koesteren om in het Brussels Hoofdstedelijk Gewest te blijven wonen of zich erin te vestigen. Daarnaast, werden ongeveer 116 woningen ter beschikking gesteld van de Brusselaars in het kader van de wijkcontracten en de stedelijke renovatieprogramma’s.
Tot slot, had Christos Doulkeridis graag nog herinnerd aan het feit dat het Gewest sinds het begin van de legislatuur, naast de bespoediging van de investeringen, eveneens de nodige impulsen geeft om een kwalitatieve stap voorwaarts te zetten door de milieu- en energiekwaliteit te optimaliseren binnen de woningbouw en –renovatie en dit “ten voordele van de bewoners, buurtbewoners en de levenskwaliteit in ons Gewest”. “Zo wordt bij de ontwikkeling van het huisvestingsbeleid vanaf nu rekening gehouden met de duurzaamheid, waarbij zowel de sociale, economische als milieupijlers worden geïntegreerd”, besluit de Staatssecretaris.

25 JANUARI 2012. Inhuldiging van 25 nieuwe woningen te Haren
De kaap van 1000 woningen bereikt !

Nauwelijks één maand na de inhuldiging van 200 woningen te Anderlecht en 316 te Elsene, heeft Christos Doulkeridis, Staatssecretaris voor Huisvesting, op woensdag 25 januari 2012 opnieuw 25 nieuwe sociale woningen ingehuldigd die te huur zullen worden gesteld in Haren. Het betreft hier een nieuwe verwezenlijking van het Gewestelijk Huisvestingsplan. Het evenement vond plaats in aanwezigheid van Freddy Thielemans, Burgemeester van de Stad Brussel, Thomas Ryckalts en Fabrice Cumps, respectievelijk Voorzitter ven Ondervoorzitter van de Brusselse Gewestelijke Huisvestingsmaatschappij (BGHM), en Sevket Temiz, Voorzitter van de Brusselse Haard.

Met deze 25 nieuwe woningen, werden er tot op heden in het kader van het Gewestelijk Huisvestingsplan, dat als instrument werd ingevoerd om de gewestelijke doelstelling van 15% openbare woningen met een sociaal oogmerk te bereiken, niet minder dan 1.023 woningen afgewerkt. Het betreft hier een mooie stap voorwaarts. “Het project ‘Heerlijkheid’ ligt me bijzonder nauw aan het hart, aangezien ik voor dit project aan het begin van de legislatuur voor het eerst een participatief proces heb georganiseerd”, benadrukt Christos Doulkeridis. Deze participatieve aanpak werd ondertussen volledig geïntegreerd binnen de Brusselse Gewestelijke Huisvestingsmaatschappij. De bijzonder voluntaristische en innoverende voorziening levert eveneens uitzonderlijk goede resultaten op in de gemeenten Vorst, Evere, Anderlecht en Ukkel, waar er momenteel verschillende nieuwe projecten worden uitgewerkt.

Het beheer van de woningen zal worden toevertrouwd aan de grondeigenaar, de Brusselse Haard. “De Haard heeft zich getoond als een bijzonder proactieve partner, waarvan ik de erg efficiënte samenwerking in de verf wens te zetten”, meldt Christos Doulkeridis. De totale kostprijs van de investering bedraagt voor het Brussels Hoofdstedelijk Gewest 2.867.812 euro.

Het ontwerp beoogt de integratie van het gebouw binnen de wijk om te grote verschillen met de omgeving te vermijden. Daarenboven, werden er eveneens verschillende ecobouwtechnieken aangewend: hoge isolatiegraad, lage energie, gascondensatieketels, energierecuperatiesystemen en waterbesparingsvoorzieningen.
“Er dient te worden opgemerkt dat het van belang is de opmars van het Gewestelijk Huisvestingsplan voort te zetten. De volgende doelstelling bestaat erin de kaap van 2000 woningen te overschrijden. Er wordt verwacht dat we deze doelstelling in de loop van volgend jaar zullen bereiken”, verduidelijkt Christos Doulkeridis.

Rekening houdende met de gerealiseerde programma’s, bieden de woningen onderdak aan 3 200 personen. Voor zeven andere projecten zijn er bouwwerkzaamheden aan de gang (389 woningen) die in de loop van 2012 en 2013 zullen worden beëindigd. Twaalf andere projecten (485 woningen) beschikken over een stedenbouwkundige vergunning, waarbij de werken nog dienen te worden toegewezen aan een aannemer.

24 JANUARI 2012. Een eerste publiek-privaat partnerschap in het kader van het Gewestelijk Huisvestingsplan maakt de creatie mogelijk van 15 woningen met een gemeenschappelijke zone en een centrum voor dagontmoetingen voor senioren

Op 8 september 2011, heeft de Brusselse Hoofdstedelijke Regering haar goedkeuring gehecht aan de ontwikkeling van een eerste publiek-privaat partnerschap in het kader van het Gewestelijk Huisvestingsplan. Daar waar een private partner (in casu de CVBA SO E.MM.A) aanvaardt om een gebouw, dat hij in Schaarbeek bezit, ter beschikking te stellen van het Gewest, worden de renovatiewerken voor dit gebouw ten laste genomen door de gewestelijke instellingen, die zich achteraf zullen ontfermen over het verhuren en beheren van de sociale woningen. Het project “La Maison BILOBA Huis” beoogt de creatie van 15 woningen met een gemeenschappelijke zone en een centrum voor dagontmoetingen voor senioren van verschillende origine uit de Brabantwijk te Schaarbeek.

Volgens Christos Doulkeridis opent deze innoverende werkmethode met een private partner perspectieven voor nieuwe samenwerkingen met het oog op een uitbreiding van het aantal sociale woningen te Brussel.

“Het betreft hier bovendien een mooi voorbeeld van de manier waarop de Interministeriële Conferentie Sociaal-Gezondheid opereert in het kader van de Werkgroep ‘Recht op Huisvesting’: zo worden de Brusselse entiteiten en de private actoren rond de tafel verzameld om dergelijk projecten op poten te zetten en brengen zij een partnerschap tot stand waarin bakstenen en diensten hand in hand gaan”, benadrukt de Staatssecretaris voor Huisvesting die sinds zijn indiensttreding een diversifiëring van het aanbod aan woningen voor sociaal zwakkere personen vooropstelt: “Dit project vervult een voorbeeldfunctie. Bejaarden, gehandicapten, vrouwen die slachtoffer zijn van geweld of ex-gedetineerden koesteren verschillende verlangens op het vlak van de huisvesting. Niet iedereen wil zich in een daklozencentrum, opvangtehuis of rusthuis huisvesten, aangezien sommigen een welbepaalde autonomie wensen te behouden. Dit is meteen ook de reden waarom wij voor deze mensen de omstandigheden moeten creëren die het voor hen mogelijk maken om zich aan een redelijke prijs te huisvesten en hierbij de nodige begeleiding te genieten.”

Brigitte Grouwels, VGC-collegelid van Welzijn: « Ik geloof rotsvast in de slaagkansen van dit project” aldus VGC-collegelid van Welzijn Brigitte Grouwels. “Hier zullen senioren de gelegenheid krijgen om in een solidaire leefomgeving zo lang mogelijk zelfstandig te blijven in hun vertrouwde Brabantwijk. Ik ben de 3 partner-vzw’s achter het Biloba-huis zeer dankbaar. Deze gedrevenheid voor senioren in Kuregem verhoogt de slaagkansen van het Biloba-project aanzienlijk. Ter ondersteuning van deze 3 vzw’s zet nu ook de VGC mee zijn schouders onder dit project. Een project dat een zorgzame leefomgeving wil scheppen voor haar bewoners, en een grote openheid toont ten opzichte van de buurt waarin ze gelegen is. In dit kader hecht ik trouwens veel belang aan de participatie van Nederlandstalige organisaties als EVA vzw en Aksent vzw. Ze staan garant voor het aantrekken van een Nederlandstalig doelpubliek voor het Biloba-Huis. »

Pascal Smet, Brusselaar in de Vlaamse Regering, ondersteunde het Biloba-huis van de vzw Emma, met een subsidie van 150.000 € voor de renovatie van het buurt-ontmoetingscentrum. “Dit soort buurtinitiatieven overstijgen tegenstellingen. Tussen generaties, tussen culturen, tussen arm en rijk. Overheden in Brussel moeten hetzelfde doen, door samen te werken, en samen initiatieven mogelijk te maken “.

De private partner: de CVBA SO EMMA
E.MM.A, een Coöperatieve Vennootschap met Sociaal Oogmerk, heeft tot doel het creëren van centra voor dagontmoetingen en sociale opvang met gemeenschappelijke zones.
Het sociale oogmerk van de coöperatieve bestaat erin solidair en met wederzijds respect op het vlak van de geloofsovertuiging, de taal, de afkomst en de levenswijze acties te ondernemen voor sociaal zwakkeren. Dit initiatief wordt ontwikkeld op basis van een participatieve dynamiek met de inwoners, waarbij de wil centraal staat om, enerzijds, de bejaarden uit de wijk, die in het huis gaan wonen, te helpen en, anderzijds, bejaarden en hun entourage die in dezelfde wijk wonen te helpen om zo lang mogelijk in hun eigen huis te blijven wonen.

De Schaarbeekse Haard
De Brusselse Gewestelijke Huisvestingsmaatschappij (BGHM) werd als bouwheer aangeduid en het beheer van de woningen zal worden toevertrouwd aan de Schaarbeekse Haard. Volgens Voorzitter Bernard Lanssens, staat het oogmerk van het project centraal en overstijgt dit het eenvoudige beheer van bakstenen: “Een sociale huisvestingsmaatschappij dient eveneens en vooral een luisterend oor te bieden aan de bewoners en hen daar waar nodig bij te staan. En hoe kan dit beter dan door te investeren in innoverende projecten die het mogelijk maken om een verandering teweeg te brengen en de werking van de maatschappij een nieuwe dimensie te geven ?”.
Zo staat de Schaarbeekse Haard namelijk voor de volgende uitdaging: “We zullen een ander beheer moeten vooropstellen, rekening moeten houden met een partner die er niet noodzakelijk dezelfde logica op nahoudt als wij en we zullen moeten samenwerken met bewoners die niet meer enkel eenvoudige huurders zijn, maar eerder ageren als actoren binnen een wijk die haar intergenerationele banden wil handhaven en haar verschillende culturen wil respecteren”, benadrukt Bernard Lanssens.

Het project
In januari 2009 heeft de coöperatieve vennootschap E.MM.A een gebouw aangekocht met een oppervlakte van 1.800 m2 dat gelegen is in de Plantenstraat 118-120 in het hartje van de Schaarbeekse Brabantwijk.
De site bestaat uit een te renoveren woongebouw (G+4) aan de straatkant met achteraan, in het verlengde van dit gebouw, een binnenplaats die langs drie zijden wordt omringd met lage oude woningen en ateliers. Binnen het gebouw is er momenteel een centrum voor dagontmoetingen voorzien dat echter niet is aangepast. Het geheel dient dus grondig gerenoveerd te worden.

Het project “la Maison BILOBA Huis” beoogt de creatie van 15 woningen met een gemeenschappelijke zone en een centrum voor dagontmoetingen voor senioren van verschillende origine die gehuisvest zijn binnen de Brabantwijk te Schaarbeek.

17 JANUARI 2012. Huurtoelage uitgebreid tot OCMW-woningen en woningen binnen wijkcontracten: ongeveer 2.500 nieuwe gezinnen geholpen
Ter gelegenheid van de Commissie Huisvesting van het Brussels Parlement, heeft Christos Doulkeridis, Staatssecretaris voor Huisvesting, het dossier inzake de huurtoelage onder de aandacht gebracht. Ter herinnering, is de huurtoelage een gewestelijke maatregel, die in 2008 werd goedgekeurd en die het mogelijk maakt om het verschil te dekken tussen de door de gemeente gevraagde huurprijs en één derde van het maandelijkse inkomen van een gezin. “Er staat enorm veel op het spel: het aandeel van de huisvestingskost binnen het budget van een gezin dient te worden beperkt, aangezien deze kost in het Brussels Gewest maar al te vaak meer dan de helft van het inkomen opslorpt, waardoor een gezin ertoe wordt gedreven op andere uitgaven te besparen, zoals bijvoorbeeld de gezondheidszorg”, benadrukt Christos Doulkeridis.
Onder de impuls van de Staatssecretaris, wordt de huidige huurtoelage (binnen het gemeentelijk woningenpark) geoptimaliseerd: “Zo heeft de Regering in eerste lezing reeds een besluit goedgekeurd waardoor dit mechanisme wordt uitgebreid tot de woningen binnen de wijkcontracten en de OCMW-woningen”. Voor Christos Doulkeridis heeft deze maatregel tot doel de sociaal zwakkere Brusselaars te helpen bij het vinden van een woning in een context waarbinnen de huurprijzen in de hoofdstad een voortdurende stijging doormaken.
Tot op heden, werden deze huurders uitgesloten van dit mechanisme, ondanks het feit dat de gemeenten en OCMW’s reeds onderworpen zijn aan hetzelfde stelsel met betrekking tot de toewijzing van hun woningen. Met het oog op het waarborgen van de nodige billijkheid, werd er dus voor geopteerd om alle huurders van deze openbare woningen van de huurtoelage te laten genieten. Zo zullen er in het totaal niet minder dan 2.500 nieuwe gezinnen aan de voorwaarden voldoen om toegang te krijgen tot deze toelage.
Het mechanisme van de huurtoelage, dat nu reeds meer dan drie jaar in gebruik is, heeft eveneens het voorwerp uitgemaakt van een evaluatie die de noodzaak aan het licht bracht om een aantal technische aanpassingen door te voeren binnen de werking van de voorziening. De Staatssecretaris voor Huisvesting, Christos Doulkeridis, zal de toekomstige goedkeuring van het besluit aanwenden om de gemeenten aan te moedigen om hun inwoners te laten genieten van deze voorziening. “Tot op heden, hebben te weinig gemeenten een beroep gedaan op de huurtoelage, ondanks het feit dat deze voorziening reeds sinds 2008 bestaat. Ik ben dus van plan om een informatiecampagne te organiseren voor de gemeenten en OCMW’s om hen te stimuleren om gebruik te maken van de toelage”, weet Christos Doulkeridis ons te vertellen.
In concreto, blijven de beginselen van de huurtoelage onveranderd. Zo dekt de toelage het verschil tussen de door een gemeente of OCMW gevraagde huurprijs en één derde van het inkomen van een gezin. Deze maatregel is duidelijk sociaal van aard en wil personen met een laag inkomen helpen, aangezien zij erop gericht is huurders bij te staan die meer dan één derde van hun inkomen moeten aanwenden voor de betaling van hun huur. Om van de huurtoelage te kunnen genieten, dienen de gezinnen dus over een inkomen te beschikken dat niet hoger ligt dan een zeker plafond (19.964,74 €/jaar voor alleenstaanden tot 25.352 € voor een gezin met twee inkomen; deze bedragen kunnen verhoogd worden met 1.901 € per kind ten laste of 3.802 € per meerderjarig gehandicapt persoon ten laste).
Christos Doulkeridis is van oordeel dat de uitbreiding van de huurtoelage tot deze nieuwe gezinnen slechts een eerste fase vertegenwoordigt. Zoals vooropgesteld in het meerderheidsakkoord, is de Staatssecretaris momenteel volop bezig met het bestuderen van de pistes die het mogelijk kunnen maken om de huurders van de private woningenmarkt eveneens van de huurtoelage te laten genieten. In dit verband, heeft Christos Doulkeridis bij de Regering een methodologisch voorstel ingediend voor de uitwerking van een rooster met huurrichtprijzen, wijk per wijk en in functie van de karakteristieken van elke woning. Dit voorstel ligt momenteel op de onderhandelingstafel. “Deze omkaderingsvorm van de huurprijzen is een noodzakelijke voorwaarde voor de uitbreiding van de huurtoelage tot de volledige Brusselse huurmarkt, aangezien er op die manier wordt voorkomen dat de toelage eenvoudigweg wordt geabsorbeerd door een stijging van de huurprijzen”, besluit de Staatssecretaris voor Huisvesting.

15 DECEMBER 2011. TagTagCity, een revolutionaire manier om Brussel te ontdekken
Het ontdekken van Brussel en haar vele toeristische rijkdommen zal een nieuwe dimensie aannemen, dankzij het gebruik van nieuwe technologieën. Zeer binnenkort, zullen de toeristen in Brussel geen gebruik meer moeten maken van papieren toeristische gidsen, aangezien zij de stad vanaf nu zullen kunnen verkennen aan de hand van QR-codes en NFC-tags (Near Field Communication). Dit nieuw toeristisch initiatief, dat werd ontworpen door het jonge Brusselse bedrijf TagTagCity.com en op wereldvlak uniek is in zijn soort, werd voorgesteld door de Minister-Voorzitter van de Brusselse Franstalige Regering belast met Toerisme, Christos Doulkeridis, in aanwezigheid van Patrick Bontinck, Algemeen Directeur van VisitBrussels, en Natacha Vandenberghe, Directrice van de “Nieuwe Informatie- en Communicatietechnologieën” van Wallonië-Brussel Toerisme.

Het concept TagTagCity zal het voor de toeristen en Brusselaars mogelijk maken om via nieuwe technologieën ongewone plaatsen te ontdekken, atypische wandelingen te maken, deel te nemen aan hintspelletjes in de stad en aanspraak te maken op voordeelacties en promoties tijdens hun verblijf. Dit alles om Brussel op een ludieke, maar vooral innovatieve wijze te ontdekken. “Brussel profileert zich duidelijk als een pionier van het toerisme van morgen. In een tijdperk waarin de instrumenten voor de promotie van het toerisme steeds minder tastbaar worden en er steeds meer nieuwe technologieën worden aangewend, voorziet deze nieuwe dienst in een nieuw instrument binnen de waaier aan inlichtingsmodaliteiten voor de Belgen en Europeanen die onze hoofdstad bezoeken”, benadrukt Christos Doulkeridis, Minister-Voorzitter van de Brusselse Franstalige Regering belast met Toerisme.

Bezoekers, die concreet gebruik wensen te maken van het “TagTagCity”-systeem, hebben enkel een smartphone of Clickey nodig. Zij trekken, gewapend met hun smartphone of TAG-lezer (Clickey) in de vorm van een USB-sleutel, de Brusselse binnenstad in en gaan op zoek naar de verschillende Tags of QR-codes, die op monumenten, musea, handelszaken, restaurants en bars zijn aangebracht. Door een eenvoudige klik krijgen zij vervolgens toegang tot de inhoud van de TAG of QR-code.

Wat kan er nu precies ontdekt worden via deze Tags en codes die zijn aangebracht op de Brusselse muren en signalisatieplaten ? Welnu, de Tags en codes onthullen historische en culturele informatie, maar zij bieden de bezoeker eveneens de mogelijkheid om punten te verzamelen die recht geven op promoties in inrichtingen die deelnemen aan het “TagTagCity”-project. Om de promoties te verzilveren, dient de bezoeker zich enkel in te loggen op zijn online-account van TagTagCity om de verzamelde informatie te downloaden en een optelsom te maken van de punten (Ecu’s) die hij tijdens zijn bezoeken heeft bijeen gesprokkeld. TagTagCity.com wil voor de gebruikers eveneens uitgroeien tot een waar uitwisselingsplatform dat het voor hen mogelijk maakt om commentaren toe te voegen over de door hen bezochte plaatsen en de ervaringen die zij opdeden in de stad met anderen te delen.

In eerste instantie, werden in Brussel op bijna 200 plaatsen Tags en codes aangebracht (het betreft hier de meest populaire toeristische plaatsen in Brusselse gemeenten waar de Franse Gemeenschapscommissie toeristische signalisatieplaten heeft aangebracht). Deze eerste reeks van tags maakt het voor de handelaars en toeristische operatoren mogelijk om zich vertrouwd te maken met de nieuwe dynamiek. Op die manier krijgen de bezoekers bij deze deelnemende handelaars en toeristische operatoren de keuze en de mogelijkheid om gebruik te maken van de vele promoties die zijn aanbieden.

Naast de officiële Brusselse toeristische instanties, zoals VisitBrussels, Wallonië-Brussel Toerisme en Toerisme Vlaanderen, wil TagTagCity uitgroeien tot een bijkomende module die een erg gevarieerd aanbod vervolledigd.

Meer info: www.tagtagcity.com/brussels

14 DECEMBER 2011. Een nieuwe wijk met 316 woningen in het kader van het Gewestelijk Huisvestingsplan
Deze week woensdag, 14 december 2011, is Christos Doulkeridis, Staatssecretaris voor Huisvesting van het Brussels Hoofdstedelijk Gewest, overgegaan tot de inhuldiging van een nieuwe wijk met 316 huurwoningen te Elsene.
Het betreft hier een nieuwe verwezenlijking in het kader van het Gewestelijk Huisvestingsplan. De inhuldiging vond plaats in aanwezigheid van Willy Decourty, Burgemeester van Elsene, Thomas Ryckalts en Fabrice Cumps, respectievelijk Voorzitter en Ondervoorzitter van de Brusselse Gewestelijke Huisvestingsmaatschappij (BGHM), en Anne Delvaux, Voorzitster van de Elsense Haard.
Een samenwerking tussen het Brussels Hoofdstedelijk Gewest en de gemeente Elsene heeft het hier mogelijk gemaakt om een nieuwe wijk te Elsene op te richten, waarbij een goede sociale gemengdheid en efficiënte milieuprestaties hand in hand gaan. De wijk bestaat uit 232 sociale en 84 middelgrote woningen, die bestemd zijn voor gezinnen met een middelgroot inkomen. Het project vervult om meerdere redenen een voorbeeldfunctie. Allereerst, stond binnen het project de sociale gemengdheid centraal. Zo was er een sterk verlangen om het onderscheid tussen sociale en middelgrote woningen onzichtbaar te maken. Vervolgens, stelde het project een goede functionele gemengdheid voorop. In dit kader werd er op de site voorzien in niet minder dan 800m² aan collectieve uitrustingen (crèche, huiswerkschool, sociale antenne en gemeenschappelijk restaurant), 150m² aan detailhandelszaken, speelpleinen en individuele en collectieve moestuinen. Tot slot, wordt het project gekenmerkt door zijn architecturale kwaliteit en dit zowel voor de appartementen als de publieke ruimten.
Bovendien, bestaan de gebouwen voor één derde uit grote woningen (3 en 4 kamers) en werd 2,5% van de woningen aangepast aan personen met een beperkte mobiliteit (PBM’s). Daarnaast, werd er in dit verband bijzondere aandacht besteed aan de algehele toegankelijkheid van de publieke ruimten en benedenverdiepingen.
“In deze nieuwe Elsense wijk staan ontmoeting, gemengdheid, sociale cohesie en milieuprestatie centraal. Hierdoor biedt de wijk de best mogelijke omstandigheden om goed samen te leven. Ik ben des te meer verheugd, aangezien we hier het hoofd hebben geboden aan de enorme uitdaging van het recht op huisvesting. Zo komt het er vandaag de dag op aan zo goed mogelijk te beantwoorden aan de fundamentele huisvestingsbehoefte. Het recht op huisvesting blijft een van de krachtlijnen van het beleid van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering”, benadrukt Christos Doulkeridis.
Het opzet van het Gewestelijk Huisvestingsplan voorziet dat een openbaar gezag, in casu de gemeente Elsene, de grond levert en dat het Brussels Hoofdstedelijk Gewest het bouwmeesterschap en de financiering van de werken voor zijn rekening neemt. Het project vertegenwoordigt voor het Gewest een investering van 48.178.478,44€. Daarnaast, zal de gemeente Elsene instaan voor het beheer van de middelgrote woningen en zal de Elsense Haard de sociale woningen beheren.
Het woningencomplex bestaat uit 9 gebouwen die zijn opgetrokken rond een nieuw stuk openbare weg en verschillende pleintjes en eilandjes met groenvoorzieningen. De meeste woningen gaan van gevel tot gevel. De “gesloten” gevels aan de kant van de spoorweg staan in contrast met de gevels die uitgeven op de centrale ruimten en plaats bieden aan de levensruimten. De woningen werden zo gemengd mogelijk ingericht om de interpersoonlijke contacten te stimuleren. Vele woningen beschikken over een terras. De grote woningen zijn gelegen op de benedenverdieping en beschikken over een individuele tuin. “Er bestond een sterk verlangen om de sociale huisvesting op een andere wijze te benaderen. Bij het ontwerpen van de woningen werd de eerbiediging van het milieu en een maximale besparing van de grondstoffen gewaarborgd, waarbij de sociale cohesie en gemengdheid en een goede integratie van het complex in het bestaande landschap centraal stonden. In het algemeen, vervult de woning hier de functie van springplank om de onderlinge contacten en uitwisselingen te bevorderen”, haalt Christos Doulkeridis aan.
Wat de milieuprestatie betreft, voldoen de gebouwen aan de “lage energie”-standaard. De gebouwen worden gekenmerkt door een mechanische ventilatie met een rooster voor de luchttoevoer in de chassis, modulerende gascondensatieketels, thermische zonnepanelen voor de productie van sanitair warm water en extensieve groendaken op alle platte daken. Er werd eveneens de nodige aandacht besteed aan het waterbeheer via een systeem voor de recuperatie van regenwater dat gebruikt wordt voor de toiletten, de besproeiing en het onderhoud van de gemeenschappelijke ruimten en de omtrek.

5 OKTOBER 2011. Voorstelling van de Beheersovereenkomst van niveau 2 tussen de BGHM en de OVM’s
« Een nieuwe stap in de hervorming van de Brusselse sociale huisvesting”
Christos Doulkeridis, Brussels Staatssecretaris voor Huisvesting, Thomas Ryckalts, Voorzitter van de Brusselse Gewestelijk Huisvestingsmaatschappij (BGHM) en Yves Lemmens, Directeur-Generaal van de BGHM, hebben in aanwezigheid van de vertegenwoordigers van de verschillende federaties van huisvestingsmaatschappijen de grote lijnen uiteengezet van de Beheersovereenkomst van niveau 2 die de openbare vastgoedmaatschappijen (OVM’s) en de BGHM aan elkaar verbindt. De overeenkomst ligt in het verlengde van de groen sociale Beheersovereenkomst die in 2010 werd afgesloten tussen het Brussels Gewest en de BGHM. Christos Doulkeridis heeft met tevredenheid een tekst voorgesteld die de volgende prioritaire doelstellingen omvat: de bespoediging van de investeringen van de sociale huisvestingsmaatschappijen, de verbetering van de energieprestatie en de optimalisering van het bestuur. “Deze prioritaire beleidslijnen van de Brusselse Regering worden vanaf nu duidelijk ondersteund door de verschillende operatoren binnen de sector”, benadrukt een tevreden Staatssecretaris.

De Beheersovereenkomst legt voor de komende 5 jaar het werkkader vast van de sociale huisvestingsmaatschappijen en beschrijft de middelen waarin wordt voorzien om het hoofd te bieden aan de uitdagingen op het vlak van de huisvesting in het Brussels Gewest. “Rekening houdend met de demografische boom en een moeilijke begrotingscontext ten gevolge van de economische crisis, dient de sociale huisvesting grondig te worden hervormd. Daarom verpersoonlijkt deze nieuwe Beheersovereenkomst tussen de BGHM en de OVM’s de geest van de hervorming van de sociale huisvesting die twee jaar geleden door de Brusselse Regering werd ingezet”, meldt de Staatssecretaris voor Huisvesting.

Christos Doulkeridis schuift drie prioritaire hoofddoelstellingen naar voren uit de Beheersovereenkomst, die werd voorgesteld aan de raden van bestuur van de verschillende sociale huisvestingsmaatschappijen. Zo wordt zijn politiek beleid al sinds twee jaar gekarakteriseerd door de volgende drie prioriteiten: de bespoediging van de investeringen, de verbetering van de energieprestaties van de sociale woningen en de optimalisering van het bestuur binnen de sector.

Verbetering van het investeringsbeleid en bespoediging van de investeringsprogramma’s. De doelstelling bestaat erin het gebruik van de middelen, die ter beschikking worden gesteld in het kader van de realisatie van nieuwe projecten of renovaties, te bespoedigen. In de praktijk zal dit worden verwezenlijkt door het opleggen van strikte termijnen voor de start van bouw- of renovatiewerkzaamheden. Zo zullen alle nieuwe voorontwerpen vanaf nu binnen een termijn van 24 maanden bij de BGHM moeten worden ingediend en zullen de werken onverwijld aangevat moeten worden binnen een termijn van 4 jaar ! Het Gewest voorziet in alle noodzakelijke instrumenten die het voor de sociale huisvestingsmaatschappijen mogelijk moeten maken om de te hunner beschikking gestelde middelen beter aan te wenden. Dit vertaalt zich door een uitbreiding van de ondersteuningsmogelijkheden van de BGHM via de oppuntstelling van een strategische en operationele ondersteuningscel binnen de BGHM en de terbeschikkingstelling van technici binnen de OVM’s of de verenigingen van OVM’s die minstens 2.500 woningen beheren. Op die manier wil men zich concentreren op de renovatie en het onderhoud van het patrimonium. De Beheersovereenkomst voorziet in de opstelling van een gedetailleerd en nauwkeurig kadaster van de staat van het patrimonium. Bovendien, zal de uitwerking van een diagnose het voor de maatschappijen mogelijk maken om de onderhouds- en renovatiewerken beter te plannen en op te volgen. Het Gewest verkort op zijn beurt de termijnen voor het toezicht middels een reductie van de globale termijnen en voert daarenboven nog kortere toezichtstermijnen in voor projecten waarvan de kostprijs van de werken lager ligt dan 500.000 euro…

Verbetering van de energieprestatie. De nieuwe Beheersovereenkomst voorziet in de inschakeling van milieuclausules met het oog op de verbetering van de energieprestaties en de duurzaamheid van de woningen. Voortaan zal het nieuwe type-bestek de beslissingen van de Regering verpersoonlijken door de invoering van passiefnormen voor nieuwbouwprojecten en lage energienormen voor renovaties. “Een dergelijke beslissing heeft duidelijk een sociale dimensie. Zij is erop gericht de steeds zwaardere energiekosten van de huurders te reduceren”, merkt Christos Doulkeridis op. De nieuwe Beheersovereenkomst voorziet, naast de invoering van een technisch kadaster, eveneens in de opstelling van een energiekadaster.

Optimalisering van het bestuur. De sociale huisvestingsmaatschappijen worden aangemoedigd om te werken in het kader van een logica waarbij de middelen en diensten worden gemutualiseerd. Een ander essentieel element uit de Beheersovereenkomst dat betrekking heeft op de organisatie van een goed bestuur behelst de centralisatie van de geldmiddelen van alle OVM’s bij de BGHM en dit ten gunste van de financiële gezondheid van de gehele sector. Tot slot, wordt binnen de sector een objectieve evaluatiecultuur vooropgesteld. De activering van de financiële middelen zal vanaf nu worden geconditioneerd door de voortgang van de vierjarige investeringsprogramma’s.

De Staatssecretaris benadrukt eveneens dat de Beheersovereenkomst een belangrijke stap voorwaarts inhoudt voor de huurders. Zo legt de overeenkomst aan de sociale huisvestingsmaatschappijen een reeks verplichtingen op die betrekking hebben op een gezond beheer van de huurachterstanden en huurlasten. Aan de BGHM wordt een opdracht toevertrouwd in het kader van de controle van de oppuntstelling van procedures die erop gericht zijn de huurlasten te verminderen. “Deze Beheersovereenkomst wil er in het bijzonder voor zorgen dat de werking van de OVM’s duidelijk wordt afgestemd op de huurders en hun noden”, benadrukt Christos Doulkeridis. Dit vertaalt zich in de praktijk door de invoering van een charter voor “OVM’s die gehoor geven aan de gebruikers” en tevredenheidsenquêtes voor de huurders. De maatschappijen moeten hun beheersbeleid aanpassen aan de nieuwe sociale noden en de participatieve processen opnieuw dynamiseren om de huurders ertoe aan te zetten zich te engageren binnen hun wijk. De adviesraden voor de huurders en de PSC’s (Projecten voor Sociale Cohesie) zullen beter worden ondersteund en ontwikkeld via de ter beschikkingstelling van instrumenten om de werkzaamheden op het werkveld te optimaliseren.

Tot slot, uit Christos Doulkeridis zijn tevredenheid over de samenwerkingsdynamiek die de verschillende gesprekspartners ten toon hebben gespreid bij de uitwerking van de Beheersovereenkomst en prijst hij met name de belangrijke rol die de federaties van de OVM’s (de VSH en FESOCOLAB) hebben vervuld.

16 SEPTEMBER 2011. « Brussel voor Allen  : een toegankelijke website »
Een toegankelijkheidsdiagnose van Brussel gesteld voor de personen met beperkte mobiliteit

Nieuwe website
« Toerisme voor iedereen » is sinds 2005 het doel dat de vzw ‘AMT CONCEPT’ voor ogen heeft met hun website « Brussel voor Allen  ». Deze site biedt de personen met beperkte mobiliteit als het ware een toegankelijkheidsdiagnose.
In 2011 wordt de website in een nieuw kleedje gestoken zodat de bezoekers vlotter kunnen surfen en we onze ambitie om de beste toeristische gids te worden voor de reiziger met beperkte mobiliteit, waar kunnen maken. Nieuwe structuur, bijgewerkte inhoud en grafisch modern.
« Wij wensen dat de website  « Brussel voor Allen  » uit zou groeien tot een doeltreffend instrument voor zowel de reisagentschappen, de dienstverleners, de vervoersmaatschappijen en het hotelwezen », verklaart  Miguel Gerez, Directeur van de vzw ‘ AMT Concept’ .
Op de website zijn informatieve fiches terug te vinden over logies, restaurants, musea, shopping- en sportcentra,…  Elke fiche verschaft praktische en gedetailleerde informatie  : onder andere een beschrijving, het adres, het telefoonnummer, het plan, foto’s, …. maar tevens zeer specifieke informatie en opmerkingen over een plaats die bezocht werd door het team van ‘AMT Concept’.
De laatste drie maanden hebben niet minder dan 12.500 personen de site « Brussel voor Allen » bezocht. De verantwoordelijken van ‘AMT Concept’ wensen dan ook een nieuw netwerk  op te zetten voor de uitwisseling van informatie en links tussen ALLE  actoren van de sector.

Nieuwe samenwerking
« VisitBrussels is verheugd over de ontwikkeling van de website « Brussel voor Allen’.  Op de officiële site  VisitBrussels.be hadden we reeds sinds een jaartje, een mini website gewijd aan toegankelijke plaatsen voor iedereen. Door de samenwerking met « Brussel voor Allen » en in het kader van een nieuwe overeenkomst zal dit profiel des te accurater zijn dankzij de verbintenis tussen onze twee websites, waardoor het mogelijk wordt het wel of niet toegankelijk-zijn van elke in onze database opgenomen toeristische plaats, te zien » licht Patrick Bontinck toe, Algemeen Directeur van VisitBrussels.
« Terwijl « beperkte mobiliteit » vaak « ontoegankelijkheid » oproept, staat de website  «Brussel voor Allen » door de nieuwe samenwerking met VisitBrussels op het punt een referentie van onschatbare waarde te worden voor zowel de Brusselaars en Brusselaarsters als voor de bezoekers van over de hele wereld  », besluit Christos Doulkeridis, naar aanleiding van de toenadering van deze twee actoren van de sector.

14 SEPTEMBER 2011. De BOOSTER LENING voor een betere toegang tot de eigendom in Brussel

In februari jongstleden heeft de Staatssecretaris voor Huisvesting, Christos Doulkeridis, ter gelegenheid van de presentatie van de nieuwe Beheersovereenkomst 2011-2015, die werd afgesloten tussen het Brussels Hoofdstedelijk Gewest en het Woningfonds, de BOOSTER-LENING voorgesteld als nieuwe voorziening die de toegang tot de hypothecaire leningen van het Woningfonds moet vergemakkelijken met het oog op het verwerven van een eigen woning in Brussel.

De vaststelling is ondertussen voldoende bekend: het wordt steeds moelijker om in Brussel een woning te vinden en teveel jonge gezinnen, die eigenaar wensen te worden van een eigen woning, beslissen op het moment dat zij zich duurzaam gaan huisvesten om het Brussels Hoofdstedelijk Gewest te verlaten, aangezien zij in het Gewest geen woning kunnen vinden die beantwoordt aan hun verlangens en financiële mogelijkheden. Brussel dient evenwel het hoofd te bieden aan een dubbele uitdaging: het ontwikkelen van een voldoende ruim huisvestingsaanbod voor gezinnen met een laag inkomen én het waarborgen van de toegankelijkheid en aantrekkelijkheid van de stad voor gezinnen met een (toekomstig) middelgroot inkomen, zoals met name de jonge gezinnen die net hun intrede hebben gemaakt op de arbeidsmarkt en slechts over een beperkt loon beschikken. Het komt er voor het Gewest onder andere op aan gunstige toekomstperspectieven te creëren voor jonge Brusselaars, die bewust in de stad willen blijven wonen, met het oog op het waarborgen van de sociale diversiteit en financiële houdbaarheid van de stad. Indien de gezinnen met een arbeidsinkomen de stad verlaten, brengt dit een constante daling van de fiscale inkomsten met zich mee, wat ingaat tegen de noodzaak aan investeringen die het hoofd moeten bieden aan de demografische uitdagingen (huisvesting, onderwijs, …).

“Dit element is van primordiaal belang voor het demografische, financiële en sociale evenwicht binnen het Gewest: de uitdaging is des te groter, indien we in het achterhoofd houden dat we aan het evolueren zijn naar een federalisme dat een steeds ruimere financiële verantwoordelijkheid van de Gewesten en Gemeenschappen vraagt”, benadrukt Christos Doulkeridis.

Ter herinnering, is het Woningfonds een gewestelijke instelling die belast is met het ondersteunen van de toegang tot de eigendom voor Brusselaars middels gesubsidieerde hypothecaire leningen. De nieuwe Beheersovereenkomst, die werd afgesloten tussen het Fonds en de Brusselse Regering, heeft, enerzijds, tot doel de voorwaarden van deze leningen te verbeteren voor het belangrijkste doelpubliek van het Fonds – de gezinnen met een laag inkomen – door een verlaging van de intrestvoet en wil, anderzijds, eveneens een uitgebreidere ondersteuning bieden aan een ander doelpubliek – de personen met een middelgroot inkomen die minder dan 35 jaar oud zijn – en dit door middel van de BOOSTER-LENING.

De BOOSTER-lening:
•             versoepelt de huidige voorwaarden inzake de maximale inkomens, het maximale
leenbedrag en de maximale venale waarde van de woningen en houdt rekening met de evolutie van de vastgoedprijzen in Brussel;
•             staat garant voor nieuwe intrestvoeten vanaf 1,25% die worden vastgesteld op basis van het inkomensniveau, de leeftijd en de samenstelling van het gezin.

Het EPK (Energieprestatiekrediet)

Parallel aan deze nieuwe voorziening, lanceren het Woningfonds en Christos Doulkeridis het renteloze energieprestatiekrediet. Zo zal er systematisch een energiescan worden uitgevoerd bij de aanvraag van een lening met het oog op de vaststelling van de prioritaire investeringen die kunnen worden doorgevoerd om de energieprestaties van een woning te verbeteren. Hierna zal het Fonds aan de koper een financiering van de vastgestelde investeringen voorstellen aan een intrestvoet van 0%. “De reductie van het energieverbruik is een concrete uitdaging waaraan wij het hoofd willen bieden. Er staat zowel voor de bewoners als voor het milieu enorm veel op het spel, aangezien 70% van de CO2-uitstoot in Brussel voortkomt uit de gebouwen. Deze beheersovereenkomst is dus wel degelijk sociaal groen !”, benadrukt de Staatssecretaris.

Tijdens de persconferentie die vanmorgen heeft plaatsgevonden, hebben Christos Doulkeridis en de Voorzitter van de Raad van Bestuur van het Woningfonds, Mevrouw Lieve Lalemant-Scheerlinck, de communicatiecampagne uit de doeken gedaan die werd opgezet rond deze voorziening. Bedacht door het agentschap 6+1, behelst de campagne onder andere een aantal TV-en radiospots, bijlagen in verschillende kranten, posters, … Een nieuwe internetsite (www.pretbooster.be) en een groen nummer 0800 95 034 staan ter beschikking van het geïnteresseerd publiek. Volgens 6+1, “roept de naam BOOSTER een evolutieve en dynamische gedachte op”.

De campagne zal gebruik maken van de volgende media :

–        de TV met een spot waarin de nood wordt beschreven waarmee de burger kan worden geconfronteerd en de oplossing die de BOOSTER-LENING hierbij kan bieden;
–        het internet met een online toegang tot de website;
–        de radio met een spot;
–        posters.

Dit alles zal geschieden in een moderne, frisse, dynamische en eenvoudige grafische stijl.

In de animaties zal een afbeelding van een sleutel – als symbool van de woning en het openen van een slot – centraal staan en zal in de “tanden” van de sleutel een stad in ontwikkeling worden weergegeven.
De BOOSTER-LENING, de sleutel tot uw woning

7 SEPTEMBER 2011. De ministers van Ecolo en Groen ! zullen aan de Regering voorstellen om van de opschorting van de werkzaamheden gebruik te maken om een aangepast ontwerp van het project te bestuderen

Evelyne Huytebroeck, Bruno De Lille en Christos Doulkeridis zullen donderdag aanstaande aan de Regering voorstellen om van de door de Procureur des Konings opgelegde opschorting van de werkzaamheden aan de Havenlaan gebruik te maken om een aangepast ontwerp van het project aan een analyse te onderwerpen.
Gelet op dit nieuwe gegeven en de daaruit voortvloeiende rechtsonzekerheid die de voortgang van het project in gevaar brengt, zullen zij samen opnieuw aan de Brusselse Regering voorstellen alle mogelijke kosten van de voortzetting van het huidige project ten gronde af te wegen, met de mogelijkheid snel een aangepast project op te starten dat aan volgende voorwaarden voldoet:
–        Behoud van de patrimoniale en landschappelijke waarde door het behoud, na restauratie, van de platanen en de kasseien;
–        Behoud van het huidige plan om een fietspad aan te leggen dat de continuïteit van de Europese fietsroute langs het kanaal waarborgt;
–        Behoud van de ambities van het ontwerp op het vlak van de reductie van het aanwezige autoverkeer en de prioriteit die wordt toegekend aan het openbaar vervoer (busstrook), overeenkomstig het IRIS 2-Plan van de Regering en de wil om de aan het verkeer verbonden CO2-uitstoot te reduceren;
–        Compatibiliteit van het uitgewerkte ontwerp met het mogelijke traject van de toekomstige tram die zal instaan voor het vervoer naar Tour en Taxis en de verdere omgeving;
–        Kostenefficiëntie, waarbij rekening wordt gehouden met de begrotingstoestand van het Brussels Hoofdstedelijk Gewest.
De drie ministers sluiten zich aan bij het verlangen van Mevr. Grouwels en de Regering om de Havenlaan snel opnieuw aan te leggen, gezien de huidige staat waarin de zij zich momenteel bevindt. Om dit te bewerkstelligen, is het denkbaar om de werkzaamheden te faseren en de eerste fase in de Claessensstraat (continuïteit van de fietsroute) reeds van start te laten gaan. De lancering van de eerste fase, overeenkomstig het huidige ontwerp, in het kader van de reeds toegewezen aanbesteding zal het met name mogelijk maken om de continuïteit van de Europese fietsroute te waarborgen en de schadevergoeding aanzienlijk te beperken die mogelijk kan worden gevorderd door de aangestelde onderneming.

Parallel hieraan, zal er overgegaan kunnen worden tot een herziening van het ontwerp voor de Havenlaan zelf, waarbij er geopteerd kan worden voor een evenwichtiger project op het vlak van de uitdagingen inzake het patrimonium, het milieu en de verkeersveiligheid. Hierbij zal de start van de tweede fase binnen maximaal twee jaar gewaarborgd worden.
Ecolo en Groen! wijzen op de grote consensus die er bestaat over een herziening van het huidige ontwerp en dit zowel bij de bewoners, de verenigingen als de lokale overheden. Zij stellen dan ook voor om verder te bouwen op de positieve dynamiek van de burgers om dit project een symbolische voorbeeldfunctie te laten bekleden op het vlak van de succesvolle stedelijke heraanleg.

19 juli 2011. Huisvesting: een nieuw project voor Moensberg !

Christos Doulkeridis, Staatssecretaris belast met Huisvesting, kondigt de indiening van een nieuwe aanvraag tot stedenbouwkundige vergunning aan voor de site te Moensberg. Dit project, dat tot stand is gekomen door een dialoog met de vertegenwoordigers van de omwonenden, zal worden ingeplant op het terrein aan de hoek van de Moensbergstraat en de Bourdonstraat te Ukkel. Het betreft hier de lancering van een nieuw project waarvoor de oorspronkelijke stedenbouwkundige vergunning in 2006 werd opgeschort door de Raad van State in navolging van een verzoekschrift dat werd ingediend door de verenigingen van de omwonenden.
“Bij de ontwikkeling van dit nieuw project, werd het accent gelegd op de dialoog. Zo werden er verschillende ontmoetingen met de vertegenwoordigers van de bewoners georganiseerd. De participatie van de burgers vormt de weerspiegeling van een goed bestuur en maakt het mogelijk om de projecten te consolideren, aangezien dit principe hier wordt aangewend als een hulpmiddel bij het nemen van beslissingen, het doorvoeren van evaluaties en het opvolgen van bouwprojecten”, benadrukt Christos Doulkeridis. “De uitwisselingen met de omwonenden hebben hier geleid tot fundamentele aanpassingen, aangezien de omvang en de woondichtheid van het project beperkt werden”.
De herziene versie van het project voorziet in 45 wooneenheden rond een groene zone voor een totale kostprijs van 8 miljoen euro. Het project omvat een reeks kleine gebouwen met een hoogte die lager of gelijk is aan de omliggende gebouwen. Deze gebouwen herbergen woningen met één tot vier kamers die per 3 of 6 wooneenheden gegroepeerd zijn. Hun omvang en de gebruikte materialen stemmen overeen met deze van de omliggende woningen. De geplande woningen liggen dus perfect in de lijn van de karakteristieken van de wijk en de geest van het BBP. “Het BBP voorziet in het behoud van een redelijk omvangrijke niet bebouwde zone. Mijn wens bestaat erin op deze plaats een participatief project op te richten in samenspraak met het verenigingswezen”, voegt Christos Doulkeridis toe. “Ik denk hierbij aan moestuinen en stedelijke landbouw in het kader van het natuurbeheer. Ik zal dit vraagstuk aankaarten tijdens één van mijn volgende ontmoetingen met de eigenaar van het terrein”.
De nieuwe woningen kaderen perfect binnen het perspectief van de ecologische transitie van de sociale huisvesting, aangezien zij volgens de passiefstandaard zijn ontworpen. Het binneneiland bestaat uit zones met private tuinen en een speelplein voor kinderen. Er is eveneens gedacht aan personen met een beperkte mobiliteit (PBM’s). Zo zijn alle woningen op het gelijkvloers toegankelijk voor mindervalide personen en werden 2 woningen volledig aangepast.
De werf zou normaal gezien van start moeten kunnen gaan in het eerste semester van 2012 om uiteindelijk eind 2013, begin 2014 opgeleverd te worden.
Dit project is een nieuw voorbeeld van de hervorming die momenteel volop aan de gang is binnen de sociale huisvestingssector en weerspiegelt de hoge vlucht die het Gewestelijk Huisvestingsplan momenteel neemt dankzij de goede samenwerking met de gemeenten en OCMW’s (in casu deze van Ukkel). Daar waar het project te Alsemberg nog steeds vast zit bij de Raad van State, zullen de werkzaamheden op het Bourdonterrein (34 sociale woningen, 34 middelgrote woningen en een wijkzaal) op 1 september van start gaan en zal het ontwerp van een aantal andere belangrijke projecten worden voortgezet.

16 juni 2011. Lancering van een oproep tot projecten voor de omvorming van kantoren tot woningen

Op donderdag 16 juni 2011 heeft de Brusselse Regering op voorstel van Christos
Doulkeridis, Staatssecretaris voor Huisvesting, en in samenwerking met Charles Picqué,
Minister-President van het Brussels Hoofdstedelijk Gewest, een oproep tot projecten
gelanceerd voor de omvorming van verouderde en leegstaande kantoren tot woningen.
Voor deze oproep tot projecten werd een bedrag van 1 450 000,00 euro vrijgemaakt.

“Met 2 miljoen vierkante meter leegstaande kantoren in Brussel, verdienen de
omvormingsprojecten bijzondere aandacht. Zij kunnen gezien worden als één van de
oplossingen om woonruimte te creëren”, meldt Christos Doulkeridis, die van mening is dat de
overheid zijn rol moet vervullen als stimulator van voorbeeldprojecten van omvormingen. Zo
kunnen we bovendien gedeeltelijk het hoofd bieden aan de Brusselse demografische
uitdaging. “Gezien de toenemende schaarste aan onbebouwde terreinen waarop gebouwd
kan worden en waarvoor de som van de oppervlakten van de openbare en private terreinen
(288 hectaren) slechts garant zou kunnen staan voor ongeveer dertigduizend bijkomende
woningen (aan een gemiddelde densiteit van 100 woningen per hectare), is de omvorming
van in onbruik geraakte gebouwen en de heropbouw van de stad op basis van bestaande
structuren op middelgrote termijn het middel bij uitstek om het aanbod aan woningen uit te
breiden”.

“Vanaf 2009, heb ik een groot aantal actoren van de Brusselse vastgoedsector geraadpleegd
om de structuur en de mechanismen van de kantoorvastgoedmarkt te doorgronden en te
polsen of zij eventueel geïnteresseerd zouden zijn in een aanpak waarbij bepaalde
kantoorruimten tot woningen worden omgevormd. Aan het begin van de zomer van 2010,
heeft de Administratie Huisvesting op mijn verzoek een consultancyopdracht gelanceerd om
het Gewest bij te staan bij de ontwikkeling van piloot- en voorbeeldprojecten voor de
omvorming van kantoren tot woningen”, voegt de Staatssecretaris toe.

De omvorming van kantoren tot woningen heeft zich sinds een tiental jaar sterk ontwikkeld.
Van de 430 000 m² aan omgevormde gebouwen werd er niet minder dan 250 000 m²
oppervlakte omgevormd tot woningen. Dit mechanisme biedt dus een groot aantal
voordelen:

. de productie van bijkomende woningen middels de omvorming van kantoren maakt
het mogelijk om bouwgrond te sparen die steeds zeldzamer en duurder wordt in het
Brussels Hoofdstedelijk Gewest;

. ze maakt het mogelijk om de structuren van de gebouwen, die vaak uit beton zijn
vervaardigd, te recupereren, waardoor de verspilling van grondstoffen en energie en
het veelvuldig transport van materiaal en afval binnen de stad in grote mate kan
worden vermeden;
. ze herstelt in onbruik geraakte gebouwen, die een stadskanker zijn of zouden kunnen
worden, in eer;
. tot slot, kan de omvorming bijdragen tot een herintroductie van de functionele
gemengdheid binnen administratieve wijken, die opnieuw een levendig en stedelijk
karakter kunnen krijgen.

Tot nog toe werd het merendeel van de operaties, waarbij kantoren werden omgevormd tot
woningen, subsidieloos gerealiseerd door de private sector. Deze tendens is uiteraard
positief, maar we kunnen veronderstellen dat de markt en de meest rendabele operaties
“verzadigd” zullen raken en plaats zullen ruimen voor andere belangrijke selectiecriteria, die
centraal staan binnen onze oproep tot projecten, zoals bijvoorbeeld:

– de toegankelijkheid van de op de markt gebrachte woningen voor een doelpubliek met een
laag of middelgroot inkomen en bijgevolg de mogelijkheid om omvormingen door te voeren
aan geplafonneerde kosten;

– de milieukundige voorbeeldfunctie van de uitgevoerde omvormingsoperaties;

– de revitalisering van de wijken;

– …

Deze oproep tot projecten, die werd gelanceerd om de omvorming van kantoren tot
woningen te bevorderen, kadert binnen de aanbevelingen van de in juni 2010 op verzoek
van Minister-President Charles Picqué gerealiseerde studie betreffende een moratorium
voor de creatie van kantoorruimten in het Brussels Hoofdstedelijk Gewest . “Deze studie
over het vraagstuk van het moratorium heeft het met name mogelijk gemaakt om een lijst
uit te werken van de gebouwen die kunnen worden omgevormd tot woningen en die een
potentieel van 1 450 nieuwe woningen vertegenwoordigen. Dit cijfer is bemoedigend, maar
er dient meer constructief te werk worden gegaan. Dit is meteen ook de reden waarom wij
momenteel de invoering van regels bestuderen die toekomstige omvormingen van gebouwen
zouden kunnen vergemakkelijken, wat het mogelijk zal maken om de aantasting van het
stedelijke milieu, de verspilling van grondstoffen en de milieuoverlast te vermijden. De
uitwerking van een nieuwe titel in de Gewestelijke Stedenbouwkundige Verordening (GSV)
die de verplichting oplegt om omvormbare gebouwen te bouwen maakt deel uit van deze
dynamiek”, preciseert Charles Picqué.

Description : logo doulkerdidis V12
De oproep tot projecten staat open voor alle bouwheren (natuurlijke personen, overheden,
para-gouvernementele instellingen, vzw’s en andere rechtspersonen die in België gevestigd
zijn). De betrokken operaties zijn gericht op de permanente omvorming tot woningen
(minstens 65% van de bruto bebouwde oppervlakten zonder vloeren) van volledige of
gedeeltelijke kantoorgebouwen of administratieve gebouwen indien het om uitrustingen
gaat. De minimale bruto oppervlakte van de woningen zal 50 m² privé-ruimte bedragen en
de gemiddelde oppervlakte van de woningen binnen de gebouwen 65 m².

De weerhouden projecten zullen een subsidie genieten die de kosten van de
haalbaarheidsstudies en de opstelling van de aanvraag tot stedenbouwkundige vergunning
zal dekken. De subsidie zal worden vrijgegeven in 3 schijven, waardoor het mogelijk wordt
om deze subsidie te moduleren in functie van de voortgang van het project en zijn bijdrage
tot de productie van woningen met een sociaal oogmerk:

1 – een eerste vaststaande schijf van 30€/m² bij de selectie van het project;

2 – een tweede voorwaardelijke schijf van 30€/m² bij de aflevering van de
stedenbouwkundige vergunning;

3 – een derde voorwaardelijke schijf van 40€/m² bij de verkoop van de woningen aan een
maximale prijs van 2.500 € (incl. btw) of bij hun inbeheername door een SVK voor een
minimale duur van 9 jaar.

De kandidaatstellingsdossiers moeten worden ingediend bij de Directie Huisvesting van het
Ministerie van het Brussels Hoofdstedelijk Gewest. Het kandidaatstellingsformulier zal
binnenkort beschikbaar zijn op de webpagina van de Directie Huisvesting.

“In het kader van de demografische groei, is de nood aan huisvesting enorm. De meest
recente demografische vooruitzichten voorspellen dat Brussel een bevolkingsstijging van 14
000 inwoners per jaar zal kennen, wat betekent dat er jaarlijks zo’n 7 000 nieuwe gezinnen
zullen bijkomen en er dus zal moeten worden voorzien in een evenredig aantal bijkomende
woningen. Uit een eerste analyse van de woningproductie tussen 2003 en 2008 blijkt echter
dat er jaarlijks ongeveer 4 400 bijkomende woningen in het Brussels Hoofdstedelijk Gewest
zullen kunnen worden bijgebouwd. We moeten dus op zoek gaan naar andere
productiemodaliteiten en het is met name in dit verband dat de omvorming van kantoren tot
woningen een interessante oplossing kan bieden. Ik hoop dan ook dat de oproep tot
projecten, die door mijn collega Christos Doulkeridis gelanceerd zal worden, het nodige
succes zal kennen op het vlak van de verwezenlijking van de demografische uitdaging”,
besluit Charles Picqué.

15 juni 2011. Christos Doulkeridis verheugd zich over de inhuldiging van 34 nieuwe sociale woningen in Ukkel

Op woensdag 15 juni 2011 is Christos Doulkeridis, Staatssecretaris belast met Huisvesting, overgegaan tot de inhuldiging van 34 nieuwe sociale woningen in het hartje van de Melkriekwijk te Ukkel. Hij werd hierbij begeleid door de Burgemeester van Ukkel, Armand De Decker, de Schepen voor Huisvesting, Françoise Dupuis, en de voorzitter en de gedelegeerd bestuurder van de Ukkelse Huisvestingsmaatschappij, Marianne Gustot en Amina Bakkali.
Het ingehuldigde project, dat gelegen is in de François Vervloetstraat, is op verschillende vlakken opmerkelijk te noemen. Volgens de Staatssecretaris voor Huisvesting, Christos Doulkeridis, kan dit evenement gezien worden als een historisch moment in de Ukkelse geschiedenis, aangezien het meer dan 28 jaar geleden is dat er nog een nieuwe sociale woning werd ingehuldigd op het grondgebied van de stad Ukkel. Binnen de muren van deze waarachtige “kubusslang”, die door de Ukkelse Huisvestingsmaatschappij en de omwonenden zo werd genoemd gezien haar vorm, vinden de toekomstige huurders 34 appartementen terug met één tot vier kamers. Acht van deze woningen zijn in het bijzonder bestemd voor personen met een beperkte mobiliteit.
Tijdens de inhuldiging heeft Christos Doulkeridis de nadruk gelegd op de technische en architecturale kwaliteiten die werden tentoongespreid door de ontwerpers van het project. “Het terrein waarop deze woningen zijn gebouwd moest tegelijkertijd beschermd en opgewaardeerd worden”, stelt Christos Doulkeridis vast. “Deze nieuwe woningen onderscheiden zich door de manier waarop zij de beginselen van de duurzame ontwikkeling respecteren en het struikelblok ontwijken dat werd gevormd door de aanwezigheid van opstijgend grondwater.” Zo werd er bijzondere aandacht besteed aan het duurzaam watergebruik: het hergebruik van gebruikt water, de opvang van regenwater, het gebruik van stormbekkens en groene daken, zijn hiervan enkele voorbeelden. Deze elementen zullen het mogelijk maken om het waardevolle grondgebied te beschermen en de levensomstandigheden van de bewoners te vrijwaren, waarbij zij eveneens aanzienlijk zullen kunnen besparen.
De inrichting van de ruimte en de aan de toekomstige huurders voorgestelde levensomstandigheden worden eveneens positief onthaald door de Staatssecretaris voor Huisvesting. Een gemeenschappelijke ruimte, grote terrassen en privé-tuinen zullen het dagelijkse leven van de inwoners van deze nieuwe wijk opfleuren. “Deze elementen zullen een kwaliteitsvol woonklimaat creëren op het vlak van het gebruik van de ruimte, het licht en de samenlevingsvoorwaarden”, is Christos Doulkeridis van mening.
“Dankzij het Gewestelijk Huisvestingsplan, bezet Ukkel vanaf nu een plaats in de top 5 van de gemeenten die het meeste openbaar woningen op hun grondgebied ontwikkelen in het kader van dit plan. Dit voluntarisme zal in de toekomst beloond worden door de concretisering van andere projecten”, besluit Christos Doulkeridis.


26 mei 2011. Een nieuwe PLAGE om de energiefactuur van de huurders van sociale woningen te verlagen
Om steun te bieden aan de Brusselse verenigingen van sociale huisvesting die de energieprestatie van sociale woningen willen verbeteren, lanceren Christos Doulkeridis, Brussels staatssecretaris voor Huisvesting, en Evelyne Huytebroeck, Brussels minister van Energie, een projectoproep om nieuwe Plannen voor Lokale Actie voor het Gebruik van Energie (PLAGE) op poten te zetten die bestemd is voor de 33 openbare vastgoedmaatschappijen (OVM’s) van het Brussels Hoofdstedelijk Gewest. Het project heeft tot doel de OVM’s te steunen in hun actieve stappen om een energiebeleid voor hun erfgoed uit te stippelen dat de huurders ten goede moet komen. Deze actie is hoogstnoodzakelijk, want iedereen weet dat 71% van het energieverbruik in Brussel aan gebouwen (tertiare gebouwen en woningen) te wijten is.
Het PLAGE-programma heeft zijn nut reeds in het verleden bewezen. Het werd in 2006 gelanceerd door Brussels minister van Energie, Evelyne Huytebroeck, met als doel de energieprestaties van het erfgoed te verbeteren door de broeikasgasuitstoot en de energiefacturen aan de hand van een reeds beproefde methodologie te verminderen:
·        het opstellen van een verbruiksinventaris,
·         het bepalen van mogelijke besparingen bepalen,
·         het uitstippelen en uitvoeren van een actieprogramma voor een rationeel energieverbruik,
·         het uitwerken van een energieboekhouding om de energiebesparingen in cijfers op te volgen.
De eerste balans van de vorige projectoproepen tonen aan dat de deelnemers (15 gemeenten, 7 ziekenhuizen, 2 openbare huisvestingsmaatschappijen, scholen,…) hun brandstofverbruik in drie jaar tijd met bijna 15% hebben verminderd zonder al te grote investeringen te hebben moeten doorvoeren. Dit komt overeen met een totale financiële besparing van bijna 2 miljoen euro voor de gemeenten en van 3,7 miljoen euro voor de ziekenhuizen. We kunnen dan ook stellen dat de uitwerking van een specifiek PLAGE-programma voor sociale woningen van essentieel belang is.
Concreet genomen richt deze nieuwe projectoproep zich tot alle OVM’s van het Brussels Hoofdstedelijk Gewest om hen te helpen bij het invoeren van een PLAGE waarbij de aanwerving van een echte « energieverantwoordelijke » gedurende vier jaar ten laste genomen wordt.  Bovendien zal elke energieverantwoordelijke over 30 000 euro beschikken om kleine werken en maatregelen op het vlak van energiebeleid te financieren. De bedoeling van het PLAGE is naar rationalisering te streven door de versnippering van middelen te vermijden. Bedrijven zullen er dus toe aangemoedigd worden hun krachten te bundelen en op die manier de ondersteuning van een door het Gewest gefinancierde « energieverantwoordelijke » te kunnen krijgen wanneer hun erfgoed samen minstens 1000 woningen telt. Met deze aanpak evolueert de sociale huisvestingssector naar een nieuwe logica waarbij middelen worden gebundeld om concrete projecten ten uitvoer te brengen.
« Dit initiatief strekt ertoe de OVM’s te steunen die namelijk met een drievoudige uitdaging geconfronteerd worden: op klimatologisch, economisch en sociaal vlak », verklaren Christos Doulkeridis en Evelyne Huytebroeck. « Een uitdaging op klimaatvlak omdat de uitstoot van broeikasgassen alleen via een vermindering van het energieverbruik kan bereikt worden. De overheid moet op dit vlak het voorbeeld aantonen. Dit is hier het geval. De uitdaging heeft ook een economisch aspect. Nu de energieprijzen dagelijks stijgen, kan het PLAGE de OVM’s helpen hun uitgaven te beheersen. Ten slotte vormt de beperking van het energieverbruik ook een ware uitdaging op het vlak van sociale rechtvaardigheid. Personen met een laag inkomen komen inzake energiekosten veel te dikwijls voor hetzelfde dilemma te staan: kiezen tussen het betalen van de factuur van de leveranciers of de huur.  »
De verschillende projecten zullen uitgekozen worden op basis van dossiers die door een jury onderzocht worden. Deze jury is samengesteld uit leden van Leefmilieu Brussel, de BGHM, een energiedeskundige en vertegenwoordigers van de minister van Leefmilieu en van de Staatssecretaris bevoegd voor Huisvesting.

12 april 2011. Eindelijk een literair festival dat Brussel in het daglicht plaatst !
Op 7 en 8 mei aanstaande zal op initiatief van Christos Doulkeridis, Minister-Voorzitter van het College van de Franse Gemeenschapscommissie (COCOF) belast met de Toerisme en Onderwijs, het eerste literaire festival dat zich volledig toewijdt aan boeken die handelen over het Brussels Hoofdstedelijk Gewest “Bruxelles se livre(s)” (“Brussel: een open boek”) worden georganiseerd ter gelegenheid van het Irisfeest in het BIP.
Dit literair festival zal een waar boekenfeest worden, waarbij Brussel, het Brussels patrimonium en de verborgen schatten van het Gewest centraal zullen staan. “Ik ben verheugd dat de boeken die zich volledig toewijden aan Brussel in de aandacht worden gebracht, aangezien zij een mooi uithangbord voor onze hoofdstad zijn. Brussel is een stad waarnaar men steeds terugkeert en die ons steeds nieuwe geheimen prijsgeeft. Deze boeken richten zich tot toeristen, maar uiteraard ook tot de Brusselaars, die de kans zullen krijgen om hun stad nog wat beter te leren kennen en ze misschien ook wel op een andere manier te ontdekken”, benadrukt Christos Doulkeridis, Brussels Minister voor Toerisme.
Het ludieke, maar didactisch hoogstaande literaire festival “Bruxelles se livre(s)” (“Brussel: een open boek”) zal het grote publiek de mogelijkheid bieden om nader kennis te maken met alle oude en nieuwe publicaties, waarin Brussel centraal staat. Het festival, dat op jaarlijkse basis zal worden georganiseerd, zal in de toekomst ook de nodige aandacht besteden aan de belangrijke thema’s waaraan Brussel zich toewijdt, zoals bijvoorbeeld de gastronomie in 2012.
“Bruxelles se livre(s)” (“Brussel: een open boek”) stelt een programma voor dat zowel de Brusselaars als de toeristen zal aanspreken: voorstelling van boeken, auteurs, opdrachten, miniconferenties over de thematiek en de realisatie van een boek, activiteiten en lezingen voor kinderen, wandelingen door Brussel geïnspireerd op bepaalde boeken, degustatie van typische Brusselse producten die worden beschreven in recente publicaties, …
Daarnaast, zal “Bruxelles se livre(s)” (“Brussel: een open boek”) tijdens de week vóór het Irisfeest in samenwerking met de boekenhandelaars uit de stad het volledige aan Brussel toegewijde literaire archief in de schijnwerpers plaatsen. Laten we voor één keer dan toch eens chauvinistisch zijn !
Een bezoek aan dit festival loont absoluut de moeite … Afspraak in het BIP tijdens het volgende Irisfeest !

5 april 2011. Brussel: inhuldiging van de eerste sociale passiefwoningen met nulemissie in België

Op dinsdag 5 april 2011 hebben Christos Doulkeridis, Staatssecretaris belast met Huisvesting, en Evelyne Huytebroeck, Minister van Leefmilieu en Energie, de eerste Brusselse Hoofdstedelijke sociale passiefwoningen met nulemissie ingehuldigd te Jette in aanwezigheid van Hervé Doyen, Burgemeester van Jette, Geoffrey Lepers, Voorzitter van de Jetse Haard, en Thomas Ryckalts en Fabrice Cumps, Voorzitter en Ondervoorzitter van de Brusselse Gewestelijke Huisvestingsmaatschappij (BGHM).
De eerste Brusselse Hoofdstedelijke sociale passiefwoningen met nulemissie, gelegen in de Loossensstraat te Jette, werden officieel ingehuldigd. Het betreft 2 duplexen van 150 m² met 4 kamers. Voor de werken, die van start gingen in oktober 2009, werd een begrotingsenveloppe van 611.530 euro vrijgemaakt.
De Brusselse Hoofdstedelijke Regering heeft destijds via de nieuwe Beheersovereenkomst van de BGHM passiefnormen voor nieuwbouwwoningen en lage energienomen voor zware renovaties opgelegd. Voor Christos Doulkeridis vormt het passief wonen een prioriteit op sociaal en milieuvlak. “Het passief wonen binnen de sociale huisvestingssector is een manier om de sociale energiekloof te dichten en het voor iedereen mogelijk te maken om zijn steentje bij te dragen in de strijd tegen de klimaatverandering”, benadrukt de Staatssecretaris.
Een drievoudig winstaandeel: sociaal, ecologisch en economisch
Thermische zonnepanelen (die 75% van het benodigde warme water leveren), zonnecelpanelen (die volledig instaan voor de benodigde elektriciteit), verwarmingsketels op pellets (om de beperkte hoeveelheid energie te waarborgen die nog nodig is voor de verwarming), regenwaterreservoirs, … dit zijn slechts enkele voorbeelden van de ruime waaier aan ecologische keuzemogelijkheden die de portefeuille van de huurders ten goede kan komen. Het is dan ook om deze ecologische en financiële redenen dat de woningen werden geselecteerd in het kader van de eerste Projectoproep “Voorbeeldgebouwen”, die in 2007 door Evelyne Huytebroeck werd gelanceerd. “Deze woningen zijn op verscheidene vlakken uitzonderlijk te noemen”, benadrukt de Minister. “Om het gewenste resultaat te bereiken, hebben de projectontwerpers en bouwheren geopteerd voor een passieve constructie, die garant staat voor een erg beperkte nood aan verwarming, en het gebruik van hernieuwbare energie. Het bewijs is geleverd: de energiefactuur van de toekomstige huurders zal bijna tot nul worden gereduceerd ! Dit komt volledig ten goede van het milieu en de portefeuille van de huurders !”.

Voor Christos Doulkeridis vormt de grootschalige verbetering van de energie-efficiëntie van de gebouwen, die het grootste aandeel kunnen hebben in de reductie van de CO2-uitstoot, een prioritair actiedomein voor Brussel. “De overheden moeten als drijvende kracht op alle niveaus een voorbeeldfunctie uitoefenen met het oog op de verbetering van de kwaliteit van het vastgoedpark”.
Evelyne Huytebroeck is op haar beurt van mening dat “deze woningen eveneens het sprekende bewijs vormen van het feit dat de passiefstandaard, die het mogelijk maakt om 10 maal minder energie te verbruiken in vergelijking met een traditionele constructie, voor iedereen toegankelijk is en dus niet enkel voor een handvol uitverkorenen”.
Zoals de Federale Raad voor Duurzame Ontwikkeling in zijn rapport van 25 februari 2011 heeft aangehaald, vormt het drastisch verminderen van het energieverbruik van de gebouwen om verschillende redenen een prioritaire beleidsdoelstelling. Enerzijds, hebben de gebouwen een bijzonder lange levensduur en zal de aard van de investeringen waartoe vandaag wordt besloten een duidelijke impact hebben op lange termijn. Anderzijds, nemen de investeringen op het vlak van de energie-efficiëntie van de gebouwen de volledige economie in hun vaart mee. Volgens de Staatssecretaris belast met Huisvesting, kan het sterk verouderde Belgische vastgoedpark en zijn erg zwakke gemiddelde energie-efficiëntie bovendien de deur openen voor nieuwe perspectieven, “met name op het vlak van de ontwikkeling van de economie en de tewerkstelling”.
De begeleiding
Tot slot, is het van primordiaal belang te voorzien in een degelijke begeleiding van de bewoners om een optimaal gebruik van de sociale passiefwoningen te waarborgen. Christos Doulkeridis herinnert er bovendien aan dat de nieuwe Beheersovereenkomst van de BGHM voorziet in de organisatie van opleidingen voor de huurders, het personeel van de OVM’s en hun bestuurders. Er zal binnenkort een brochure worden uitgebracht voor de huurders en kandidaten die een passiefwoning voorgesteld krijgen. Deze brochure zal een reeks praktische beheersadviezen omvatten voor het gebruik van passiefwoningen. “Mijn wenst bestaat erin samen te werken met de sector. Ik zal dan ook zowel de BGHM, als Leefmilieu Brussels en de OVM’s samenroepen om een actieplan uit te werken”, besluit Christos Doulkeridis, die bijgetreden wordt door de Voorzitter van de Jetse Haard, Geoffrey Lepers. “Wat er hier werd verwezenlijkt, zal in de toekomst een must en uiteindelijk de regel worden. Dit initiatief zal ongetwijfeld het imago van de volledige sociale huisvestingssector opkrikken”.

15 JANUARI 2011. De Passiefstandaar: welke meerkost ?

De meerderheid van de regering heeft in haar akkoord van juli 2009 besloten tot de herziening van een aantal uitvoeringsmodaliteiten van het Gewestelijk Huisvestingsplan, aangezien de milieudimensie niet voldoende aanwezig was in de versie van 2004. Zo werd onder meer voorzien in een ter zake dienende voorbeeldfunctie van de overheid.

In dit verband, werden er echter al een aantal stappen in de goede richting gezet. Zo zijn er, onafhankelijk van het Gewestelijk Huisvestingsplan, reeds verschillende proefprojecten opgestart met sociale passiefwoningen en dit op initiatief van verschillende actoren, zoals onder andere de Stad Brussel, de Brusselse Haard, het OCMW van de Stad Brussel en de gemeente Molenbeek.

De invoering van deze nieuwe doelstelling binnen de realisatie van het Gewestelijk Huisvestingsplan verandert uiteraard niets aan het initieel vooropgestelde doel van 5.000 woningen dat vandaag de dag kadert binnen de doelstelling van 15% openbare woningen met een sociaal oogmerk.

De uitdaging bestaat erin met alle mogelijke middelen het hoofd te bieden aan de toekomstige demografische groei via de productie van kwaliteitsvolle woningen, waarbij er zowel wordt voldaan aan de milieudoelstellingen (die met name werden vooropgesteld in Kyoto) als tegemoet wordt gekomen aan de maatschappelijk zwakke positie van de huurders van sociale woningen die problemen ondervinden bij de financiering van hun huisvestingskosten.

De productie van 5.000 woningen wordt op geen enkele wijze in vraag gesteld. Zo wordt er in het Regeerakkoord zelfs bepaald dat men de kaap van 5.000 woningen zal moeten overstijgen.

Welke impact zal de overstap naar de passiefstandaard hebben op het Gewestelijk Huisvestingsplan ?

Het spreekt voor zich dat het nastreven van één doelstelling (de bescherming van het milieu) de verwezenlijking van de andere (de bouw van nieuwe woningen) niet uitsluit, aangezien deze twee doelen als complementair moeten worden beschouwd, indien we Brussel willen laten uitgroeien tot de voorbeeldhoofdstad van de duurzame ontwikkeling.

De belangrijke begrotingsinspanning die hiervoor nodig is, zal geleverd worden op grond van het feit dat de Regering het huisvestingsbeleid als een absolute prioriteit beschouwd.

Uit voorzichtigheidsoverwegingen, hebben wij rekening gehouden met een maximale meerkost van 10%. Het staat echter vast dat de bouwprijzen een terugloop zullen kennen. Zo melden de actoren uit de bouwsector dat de bouwwerkzaamheden die in Vlaanderen werden uitgevoerd met inachtneming van de passiefstandaard een significante vermindering van de meerkosten met zich mee hebben gebracht, waarbij deze kosten in bepaalde gevallen zelfs tot 0 werden herleid.

Bovendien hebben een aantal passieve projecten, die onlangs in Brussel werden ontwikkeld, aangetoond dat de meerkosten niet meer dan 1% bedroegen.

Nu al is er een terugloop van de meerkosten van de passiefstandaard merkbaar die wordt ingegeven door het feit dat de actoren uit de bouwsector de toepassing steeds beter onder de knie krijgen. De bouwmarkt reageert namelijk erg positief. Hoe meer het passieve gedachtegoed “gestandaardiseerd” wordt, hoe meer de prijzen “genormaliseerd” zullen worden. Aan deze uitdaging zal de overheid op daadkrachtige wijze het hoofd moeten bieden.

De voornoemde hypothese werd onlangs bevestigd in het kader van de eerste openbare aanbesteding die door de BGHM op basis van het nieuwe “passieve” lastenboek werd gelanceerd. Het betreft hier het project “Huileries” te Vorst. Van de 6 ingediende offertes, waren er 3 die een prijs per vierkante meter vooropstelden die zich ruimschoots onder de referentieprijs situeerde.

Ik had graag even kort uitgeweid over de sociale impact van de passiefstandaard. Deze impact weerspiegelt onze belangrijkste motivatie.

De overstap naar de passiefstandaard wil niet enkel de verwezenlijking van de milieudoelstellingen bewerkstelligen, zelfs indien deze erg belangrijk zijn. Zo zal de passiefstandaard voor de nog te bouwen woningen garant staan voor een besparing van niet minder dan 550.000 ton CO².

De overstap naar het passief wonen is boven alles een sociale maatregel.

Vandaag de dag moeten we de uiteindelijk kostprijs van een sociale woning (de huur + de kosten) kunnen beheersen. In bepaalde sociale wooncomplexen betalen huurders soms evenveel verwarmingskosten als huur !

Zonder te investeren in hun woningen, zullen de laagste inkomensklassen steeds meer uitgeven aan hun huisvesting en verwarming en zal het aandeel van de lasten binnen de huisvestingskosten steeds meer toenemen.

De overstap naar de passiefstandaard beperkt de energiekosten drastisch – met 90% – en zal dus een aanzienlijke besparing vertegenwoordigen voor de huurders.

Ik had er bij deze dan ook graag aan herinnerd dat de Brusselse socio-economische context vereist dat wij de verwezenlijking van deze sociale doelstelling als een absolute prioriteit beschouwen.

Ik ben er bovendien rotsvast van overtuigd dat de vermindering van de kosten eveneens een goede zaak is voor het financiële evenwicht binnen de huisvestingsmaatschappijen. Zo zal een gezin dat op het einde van de maand 200 euro huur en 200 euro verwarmingskosten dient te betalen, zijn verwarming als prioritair beschouwen.

10 JANURARI 2011. Huisvestingsplan te Brussel: aantal bouwwerven op één jaar tijd verdubbeld en 502 nieuwe projecten gelanceerd

Op donderdag 10 februari 2011, heb ik de goedkeuring bekomen van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering voor de ontwikkeling van vier nieuwe projecten in het kader van het Gewestelijk Huisvestingsplan die worden toevertrouwd aan de Brusselse Gewestelijke Huisvestingsmaatschappij. De vier projecten (Sint-Agatha-Berchem, Ukkel en Molenbeek) vertegenwoordigen in het totaal 325 nieuwe woningen (264 sociale en 61 middelgrote woningen).

Tezelfdertijd, heeft het Woningfonds van het Brussels Hoofdstedelijk Gewest vier nieuwe projecten in het kader van het Gewestelijk Huisvestingsplan gelanceerd (Anderlecht, Stad Brussel en Molenbeek). Deze projecten staan op hun beurt garant voor 177 sociale woningen.

Voor de ontwikkeling van al deze nieuwe projecten (502 woningen) heeft het Gewest niet minder dan 68 958 000 € geïnvesteerd.

Ecobouw
De nieuwe operaties hebben allen gemeen dat zij toonaangevend zijn op het gebied van de ecobouw en de milieuprestatie hoog in het vaandel dragen (passiefstandaard, gezonde en duurzame bouwmaterialen, recuperatie van regenwater, zonnepanelen, …). We dienen alle geplande maatregelen te laten kaderen binnen een duurzaam perspectief om Brussel te laten uitgroeien tot de Europese hoofdstad van de duurzame ontwikkeling. Deze milieudoelstelling blijft echter onlosmakelijk verbonden met een sociale doelstelling, aangezien de passiefstandaard het voor toekomstige huurders bijvoorbeeld mogelijk zal maken om hun verwarmingskosten te drukken (tot 90%). Zo is iedere maatregel die de energie-efficiëntie verbetert per definitie ook een sociale maatregel. De huidige Brusselse socio-economische context maakt deze sociale doelstelling tot een absolute prioriteit.

Stand van zaken
Analoog met de aankondiging van deze 8 nieuwe bouwwerven, heb ik een tussentijdse balans van het Gewestelijk Huisvestingsplan voorgesteld. Dit Plan, dat initieel in werking werd gesteld tijdens de legislatuur 2004-2009, voorziet in de bouw van 5 000 nieuwe openbare woningen (3 500 sociale en 1 500 middelgrote woningen). De begrotingsenveloppe die hiervoor werd vastgelegd bedraagt 540 000 000 €.
Vandaag de dag werden er in het totaal 58 projecten opgestart die verdeeld zijn over 16 gemeenten en ongeveer 4 500 woningen omvatten.
– 382 woningen zijn inmiddels reeds afgewerkt (317 sociale en 65 middelgrote woningen);
– voor 898 woningen zijn er bouwwerkzaamheden aan de gang (633 sociale en 265 middelgrote woningen). Het is opmerkelijk te mogen vaststellen dat het aantal bouwwerven op één jaar tijd is verdubbeld ! We mogen ons eraan verwachten dat de kaap van 1 000 afgewerkte woningen eind dit jaar wordt overschreden;
– voor 293 woningen werd een stedenbouwkundige vergunning afgeleverd en is de aanbesteding lopende (189 sociale en 104 middelgrote woningen);
– voor 406 woningen is de aanvraag tot stedenbouwkundige vergunning in behandeling (270 sociale en 136 middelgrote woningen);
– tot slot, werd er voorzien in het grondbeheer (aankoop van het terrein) en de projectvoorbereiding van meer dan 2 500 woningen.

De geboekte vooruitgang bevestigt dat het Gewestelijk Huisvestingsplan vandaag de dag volledig op de rails staat en op kruissnelheid draait. Het succes van het Plan vloeit met name voort uit een bijzonder nauw overleg met alle betrokken actoren. Ik wens tot slot de gemeenten, de huisvestingsmaatschappijen en de bewonerscomités te bedanken voor hun positieve inzet in dit project, dat tegemoetkomt aan één van de belangrijkste uitdagingen voor het Brussels Hoofdstedelijk Gewest en één van de grootste dagelijkse bekommernissen van de meeste Brusselaars: het recht op een degelijke huisvesting binnen de context van de demografische boom.

6 JANUARI 2011. Het medezeggenschap over Brussel is geen optie: de Brusselaars willen er niet van weten !

Als onderhandelaar van ecolo binnen de institutionele onderhandelingen, wens ik te reageren op het standpunt van de CD&V inzake de nota van koninklijk bemiddelaar Johan Vande Lanotte. Ik ben bezorgd over de manifeste kloof tussen het strenge politieke standpunt dat vanmorgen door het voorzitterschap van de CD&V werd ingenomen met betrekking tot het statuut van Brussel en het werkelijke verlangen van de Frans- en Nederlandstalige Brusselaars. Volgens de verklaringen van verschillende CD&V kopstukken, zou Brussel binnen het voorstel dat maandagavond door Johan Vande Lanotte werd ingediend “teveel worden beschouwd als een autonoom Gewest”.
Of de politieke weg die zal worden bewandeld nu bestaat uit pogingen om een impasse te veroorzaken of het uitlokken van nieuwe verkiezingen, de CD&V en de andere partijen moeten absoluut begrijpen dat de Brusselaars nooit zullen aanvaarden dat andere gewesten medezeggenschap over Brussel krijgen. Brussel zal in tegendeel net als de twee andere Gewesten als autonoom Gewest versterkt moeten worden binnen de federale Staat. Nog vóór de oprichting van het Brussels Hoofdstedelijk Gewest in 1989, hebben de Brusselaars kunnen vaststellen dat de formule van het medezeggenschap niet aan hun noden en belangen beantwoordde. De Brusselaars, die ook recht van spreken hebben, willen geen stap terug zetten en wensen dat elkeen rekening houdt met de democratische realiteit. Ik ben van mening dat de twee andere Gewesten een Brussels Hoofdstedelijk Gewest nodig hebben dat sterk autonoom en dynamisch is en hun eigen dynamiek ondersteunt op het vlak van het creëren van rijkdom en werkgelegenheid.
Ik herinner er eveneens aan dat het Meerderheidsakkoord van de Brusselse Regering, waarbinnen de CD&V wordt vertegenwoordigd door Mevrouw Grouwels, erg duidelijk is wat betreft de toekenning van een constitutieve autonomie voor het Brussels Hoofdstedelijk Gewest, « met het oog op de bevestiging van het statuut van Brussel als autonoom Gewest » (Brusselse Octopusnota). Alle Vlaamse democratische partijen die deel uitmaken van de huidige of voorgaande Brusselse Regering (CD&V, Spa, VLD en Groen!) hebben hun steun verleend aan deze toekenning, die dus duidelijk het gemeenschappelijk verlangen weerspiegelt van alle Brusselaars en niet uitsluitend van de Franstaligen. Ik nodig de Brusselse vertegenwoordigers van de betrokken partijen uit om hun mening duidelijker te laten horen binnen hun partij en de gestemde en getekende akkoorden beter te laten naleven.

26 november 2010. Eerste conclusies en toekomstplannen van het colloquium “DUURZAAM WONEN – INSTRUMENT VOOR SOCIALE SAMENHANG”

In het kader van het Belgisch Voorzitterschap van de Europese Unie, heb ik een krachtig signaal gegeven aan zijn Europese collega’s door een ongezien en Europees getint colloquium te organiseren rond het vraagstuk van de rol van het huisvestingsbeleid binnen het beheer van de milieu- en klimatologische beperkingen die zich gaandeweg meester hebben gemaakt van onze hedendaagse samenleving.
Het Brussels Gewest, dat reeds een aantal innoverende projecten met een voorbeeldfunctie heeft ontwikkeld binnen de huisvestingssector, koesterde de ambitie om het voortouw te nemen in dit debat en uit te groeien tot een ware stuwende kracht binnen de sector. Uit het colloquium, dat onder de auspiciën van het Brussels Gewest heeft plaatsgevonden, kunnen nu reeds een aantal conclusies en toekomstplannen worden opgemaakt.
1/ MOBILISATIE VAN DE POLITIEKE ACTOREN
De conferentiedagen vonden plaats in het kader van het Belgisch Voorzitterschap en de informele vergadering van de Ministers voor Huisvesting die door Spanje werd georganiseerd. Het colloquium heeft het mogelijk gemaakt om van gedachten te wisselen en de krachtlijnen uit te werken die in Toledo werden vooropgesteld om op efficiënte wijze de ingezette dynamiek te onderhouden. De verslagen van het colloquium zullen gepubliceerd worden, zodat de politieke verantwoordelijken de vraagstukken waarover de Technische Groep, die België in 2011 wil laten samenkomen, zich zal buigen, zo goed mogelijk kunnen afbakenen. Tijdens het colloquium, dat zes maanden na de Informele Vergadering heeft plaatsgevonden, werden belangrijke stappen voorwaarts gezet. Zo zal het huisvestingsvraagstuk vanaf nu een prominente plaats innemen binnen het Europese debat. De Huisvesting is geen bevoegdheid die verdeeld wordt tussen de E.U. en de Lidstaten, aangezien het beheer uitsluitend toekomt aan deze laatsten. In dit opzicht erkent het nieuwe E.U.-werkingsverdrag de diversiteit van de situaties binnen de verschillende lidstaten en consolideert het deze autonomie. Het nieuwe Verdrag biedt de Lidstaten meer vrijheid bij het definiëren van een “Dienst van Algemeen Economisch Belang” (DAEB) binnen hun voorzieningen en beleidskeuzes. De overheden, die belast zijn met de Huisvesting, moeten gebruik maken van de mogelijkheden die het Nieuwe Verdrag hen biedt, aangezien de versoepeling het toelaat om naast basisopdrachten ook ruimere doelstellingen na te streven, zoals het engagement inzake het klimaat, de energietransitie en de strijd tegen de armoede.
2/ DE HUISVESTING CENTRAAL IN HET EUROPESE DEBAT
De rol van de Huisvesting binnen de Europese ruimte kent sinds kort een opmerkelijke evolutie. Op het moment dat het Trio (Spanje, België en Hongarije) hun raadpleging en overleg in 2009 hebben ingezet, hadden zij nooit kunnen voorspellen dat het debat in een dergelijke stroomversnelling zou raken. Daar waar het huisvestingsvraagstuk voorheen bijna volledig afwezig was binnen het Europese beleid, is het nu wel degelijk binnen een aantal contexten op de voorgrond getreden:
• de context van het klimaat- en energiebeleid;
• de context van de sociale bescherming;
• de context van het stedelijk renovatiebeleid.
Wat het energie- en klimaatbeleid betreft, heeft de Commissie onlangs (twee weken geleden) een beleidsstrategie ingediend bij de Raad en het Parlement waarin een aantal onuitgegeven elementen zijn opgenomen. Deze elementen gaan veel verder dan de vermelding dat de energierenovatie binnen de huisvesting een strategische hefboom is voor de strijd tegen de klimaatontregeling.
3/ DE FUNDAMENTELE ROL VAN DE STAD
De Commissie herinnert aan de prominente rol van de energierenovatie binnen de huisvesting om de energietransitie in goede banen te leiden, maar ze legt bovendien (voor de eerste maal) een duidelijk verband tussen de doelstellingen inzake de energietransitie en de stedelijke dimensie. De reële ruimte waarin deze transitie zal moeten geschieden wordt duidelijk gedefinieerd: de stad. De stadsvorm die voorop wordt gesteld is deze van de intelligente stad (“Smart City”). Vandaag de dag woont 80% van de Europese bevolking in een stad en laten het nu net de steden zijn die het meeste energie verbruiken. Het antwoord op de uitdaging inzake het energiegebruik ligt dus in de steden.
4/ DE REGIONALE KLIMAAT- EN BELEIDSDOELSTELLINGEN
De klimaatdoelstellingen beperken zich niet meer tot een louter technische expertise, maar gaan vanaf nu ook de confrontatie aan met de sociale en economische realiteit van de Europese steden. Zo nodigt de Europese energiestrategie de Lidstaten uit om hun acties op het vlak van de energierenovatie beter te integreren binnen het regionale beleid.
De beleidsverantwoordelijken, die belast zijn met het huisvestingsvraagstuk, mogen terecht trots zijn op het feit dat zij hebben bijgedragen tot een beter begrip van de noden van de sector en de specificiteit van de stedelijke gebouwen. De notie “stad” omvat niet enkel de historische centra en hun architecturaal en stedenbouwkundig patrimonium, maar behelst eveneens de wijze waarop de steden zich hebben uitgebreid in een naoorlogse periode die gekenmerkt werd door een manifeste onwetendheid inzake de uitputbaarheid van fossiele energie en de mogelijke gevolgen van de klimaatontregeling. .
5/ RENOVATIEOPLOSSINGEN AANGEPAST AAN DE SOCIALE REALITEIT
In Toledo werd vooropgesteld dat renoveren noodzakelijk is om klimatologische redenen, maar dat hierbij de sociale en culturele realiteit van de inwoners niet uit het oog mag worden verloren. Men is het dus eens geraakt over het feit dat deze realiteit in al haar dimensies verbeterd moet worden: sociale en culturele samenhang en de ontwikkeling van lokale economische activiteiten. Samenvattend kan er gesteld worden dat de renovatie van verouderde gebouwen de facto met zich meebrengt dat er een inventief antwoord moet gevonden worden op de problemen inzake de sociale samenhang en gemengdheid en de strijd tegen de grote armoede.
In Toledo werd eveneens aan de Commissie gevraagd alles in het werk te stellen om de plaatselijke bevolking actief te betrekken bij de vooruitgang van het milieu, rekening houdende met de reële middelen waarover de beleidsverantwoordelijken beschikken tijdens de economisch moeilijke periode die wij momenteel doormaken. Nadat de beleidsactoren hebben kunnen vaststellen dat er de nodige vooruitgang werd geboekt, kon ter gelegenheid van het colloquium te Brussel het vraagstuk van de “werkwijze” worden aangekaart.
6/ HET HUISVESTINGSBELEID ALS STRIJDMIDDEL TEGEN DE ARMOED
De link die gelegd werd tussen de “strijd tegen de armoede” en de “huisvesting” dient verder uitgediept te worden. Er kan hier dus nog de nodige vooruitgang worden geboekt. De huisvestingskost en de stijging van de huurprijzen in stadscentra dragen in grote mate bij tot de socio-economisch zwakkere positie van een groot aantal Europese burgers die het slachtoffer zijn geworden van de energie-armoede. Statistieken wijzen uit dat de huisvesting vandaag de dag voor niet minder dan 36% van de Europeanen een probleem vormt. Voor de armsten onder ons vormt de huisvesting zelfs een dermate groot probleem dat hun economische capaciteit om zich te voeden of een opleiding te genieten in gedrang komt. Daar waar de verbondenheid van het klimaat en de huisvesting het voorwerp heeft uitgemaakt van werkzaamheden op het vlak van de verwezenlijking van de milieudoelstellingen, zullen deze twee begrippen eveneens met elkaar in verband moeten worden gebracht om de strijd aan te knopen tegen de armoede en het huisvestingsbeleid beter af te stemmen op het sociale beschermingsbeleid.
Het Belgisch Voorzitterschap wenst aan te tonen dat het effectief nodig is om de huisvesting en de sociale bescherming beter op elkaar af te stemmen en dat men in België van start is gegaan met de nodige coördinatiewerkzaamheden.
7/ DE CONFERENTIE TE BRUSSEL DRAAGT BIJ TOT DE VOORUITGANG VAN HET DEBAT: het staat vast dat de Europese Unie de integratie van het klimaat binnen het territoriale beleid vooropstelt. Ook de huisvesting zal hierbij betrokken worden. Het is erg moeilijk een verklaring te vinden voor de beweegredenen die de voorgaande beleidsactoren ertoe hebben aangezet de sociale, economische en milieudimensie als drie aparte entiteiten te beschouwen. Zo valt het even moeilijk te begrijpen dat de drie voornoemde dimensies zo lang elkaars concurrenten zijn geweest en nooit als één geheel werden aanzien. Het komt echter onze generatie toe innoverende oplossingen te bedenken voor de integratie van de drie dimensies van de Duurzame Ontwikkeling. Het zijn wij die het hoofd moeten bieden aan de optredende moeilijkheden die bovendien ook nog eens worden beïnvloed door de actuele restrictieve economische context.
Dankzij de mogelijkheden die de Europese Unie ons biedt op het vlak van het delen van ervaringen en de wederzijdse hulp, zijn er echter voldoende redenen om optimistisch te blijven en te geloven in onze slaagkansen. In dit opzicht hebben de conferentiedagen ertoe bijgedragen om de verschillende actoren met elkaar in contact te brengen en in overleg te treden over de wijze waarop de klimaatbeperkingen en de sociale en economische noden het best op elkaar kunnen worden afgestemd.
Zo werden onder andere de volgende vraagstukken tijdens de conferentie te Brussel aangesneden: Hoe en op welke grond worden de prioriteiten gedefinieerd ? Op welke wijze zullen de bewoners en gebruikers actief betrokken worden bij het beleid ? Welke partnerschappen dienen er gesloten te worden tussen de verschillende betrokken actoren ? Welke rol spelen de overheden binnen de verandering van de gewoonten en gebruiken ?

27 oktober 2010: ongezonde woningen, ik wil de Procureur des Konings ontmoeten

De stijd tegen de ongezonde woningen in het Brussels Hoofdstedelijk Gewest een absolute prioriteit vormt. Tijdens de Commissie Huisvesting van het Brussels Parlement, heb ik eraan herinnerd dat de overheid over twee strijdwapens beschikt om binnen deze materie actie te ondernemen. Het Gewest heeft in 2003 via de Brusselse Huisvestingscode een efficiënt instrument in het leven geroepen om de kwaliteit van het huurwoningenbestand te verbeteren en de strijd aan te knopen tegen het te huur stellen van woningen die in slechte staat verkeren. Zo kan de Gewestelijke Huisvestingsinspectie op basis van een toetsing aan gezondheids- en veiligheidsnormen de uitvoering van werken opleggen en onverschillige eigenaars bestraffen met boetes. Ik had dan ook graag van de gelegenheid gebruik gemaakt om de dienst te feliciteren met het kwaliteitsvol werk dat wordt geleverd.

Een aantal cijfergegevens. De Directie Gewestelijke Huisvestingsinspectie telt momenteel 32 medewerkers. Binnenkort zullen er 3 werkkrachten bijkomen, waardoor er in het totaal 35 ambtenaren binnen de dienst te werk gesteld zullen zijn. In de periode van juli 2004 tot september 2010, werd er voor 11.886 woningen een aanvraag tot conformiteitsattest of -bewijs ingediend. Op basis van de genoemde aanvragen, maar eveneens in navolging van 2.714 ingediende klachten en een reeks bezoeken die op initiatief van de Gewestelijke Huisvestingsinspectie werden georganiseerd, werden er niet minder dan 5.700 bezoeken uitgevoerd. Deze bezoeken hebben geleid tot het versturen van 2.291 ingebrekestellingen voor de uitvoering van werken en tot het opleggen van 1.037 verhuurverboden, waarvan 468 met onmiddellijke ingang. Wat de administratieve boetes betreft, werden er 1.095 voorlopige boetes opgelegd. Na verhoor, werden er 565 van deze boetes geconcretiseerd. Dit aantal werd teruggebracht tot 490 nadat er beroep werd aangetekend bij een gedelegeerde ambtenaar. Zo werd er in het totaal ongeveer 2,9 miljoen euro aan administratieve boetes geïnd, waarbij de opbrengsten uitsluitend besteed werden aan herhuisvestingshulp.

Het twee strijdwapen, betreft de vervolging van huisjesmelkers voor de correctionele rechtbank, wat tot de bevoegdheid van de Procureur des Konings behoort. Het misbruiken van de kwetsbaarheid van sociaal zwakkeren door een goed te huur te stellen dat in een staat verkeert die niet verenigbaar is met de menselijke waardigheid, vormt een schadeverwekkend feit dat bestraft zal worden met een boete of een opsluiting. Dit is meteen ook de reden waarom ik binnenkort de Procureur des Konings zal ontmoeten om met hem in overleg te treden over de bestaande samenwerking tussen het Parket en de Huisvestingsinspectie, die regelmatig wordt opgeroepen om samen met de gerechtelijke of administratieve politie vaststellingen op het terrein te doen. Het opzetten van een platform voor de coördinatie van de acties van de actoren – politie, parket, lokale besturen en de verenigingssector – die op verschillende niveaus actief zijn binnen de strijd tegen de onverschillige eigenaars, lijkt erg nuttig in Brussel en het Gewest moet in deze strijd dan ook zijn volledig gewicht in de schaal leggen.

Dinsdag 21 september 2010. Doelstelling 15% : eerste tussentijdse balans en vooruitzichten

Ik heb een eerste tussentijdse balans opgemaakt van de gewestelijke doelstelling van 15% kwaliteitswoningen in openbaar beheer en met een sociaal oogmerk tegen 2020, waarbij ik eveneens de mogelijke vooruitzichten uit de doeken deed. Daar waar er momenteel 6 gemeenten de voornoemde doelstelling reeds hebben bereikt, zijn er anderen die nog een lange weg te gaan hebben. Het staat vast dat met uitsluitend de bouw van woningen er nooit tegemoet zal kunnen worden gekomen aan de vraag naar huisvesting in het Brussel Gewest; we moeten de instrumenten en acties van de regering dus diversifiëren, maar tegelijk ook met de gemeenten samenwerken. Naast de uitbreiding van de werking van de traditionele instrumenten, zoals onder andere het Woningfonds, de BGHM, de GOMB en de SVK’s, Ik schuif eveneens 5 voorstellen naar voren om de doelstelling van 15% te bereiken: een belangrijk deel van de Gebieden van Gewestelijk Belang (GGB’s) voorbehouden voor nieuwe woongebouwen, de verschillende ontwikkelingsscenario’s van het Gewestelijk Huisvestingsplan uitbreiden, de sociale en niet bestemde private woningen terug op de markt brengen, de Sociale Verhuurkantoren en voorkoopperimeters verder ontwikkelen bij gebrek aan terreinen en het op punt stellen van een mechanisme voor de omkadering van de huurprijzen.

Woensdag 8 september 2010. Gewestelijke huurtoelage: de eerste vruchten van een efficiënte samenwerking Regio-Gemeente omtrent het huisvestingsobjectief

Tijdens een gezamenlijke persconferentie  met Mohamed Ouriaghli, Schepen van de Stadseigendommen van de Stad Brussel, hebben we  een eerste tussentijdse balans opgemaakt van de gewestelijke huurtoelage op het niveau van de Grondregie van de Stad Brussel. Ter herinnering, is deze huurtoelage een gewestelijke maatregel die goedgekeurd werd in 2008 en die het mogelijk maakt om het verschil te dekken tussen de door de gemeente gevraagde huurprijs en één derde van het maandelijks inkomen van een gezin. Een van mijn eerste beslissingen bestond erin de toepassing van de toelage bij de gemeenten te promoten en hen te verzoeken de huurtoelage enkel toe te kennen aan gezinnen die voldoen aan de inkomensvoorwaarden om toegelaten te worden tot de sociale huisvestingssector. De Stad Brussel heeft erg positief gereageerd op dit verzoek. Mohamed Ouriaghli heeft van de gelegenheid gebruik gemaakt om de uitbreiding van het toepassingsgebied van de toelage naar het volledige in aanmerking komende huurwoningenbestand van de Grondregie van de Stad Brussel aan te kondigen. Via deze maatregel, die tegemoet komt aan de noden van de meest achtergestelde huurders, wil men aantonen dat de huurtoelage een instrument is dat in grote mate kan bijdragen tot de verwezenlijking van de gewestelijke doelstelling die erin bestaat ervoor te zorgen dat tegen 2020 elke gemeente 15% kwaliteitswoningen in openbaar beheer met een sociaal oogmerk telt.

31 augustus 2010. Nieuwe beheersovereenkomst tussen het Brussels Gewest en de BGHM: versnelde realisatie van investeringen ten aanzien van de uitdagingen op sociaal en milieuvlak

Ik heb de nieuwe beheersovereenkomst tussen het Brussels Gewest en de Brusselse Gewestelijke Huisvestingsmaatschappij (BGHM) voorgesteld. Deze beheersovereenkomst, die afgesloten werd voor een periode van 5 jaar, beoogt allereerst de versnelde realisatie van de investeringen ten aanzien van de uitdagingen op sociaal en milieuvlak. De uitbreiding van het aantal sociale woningen en de vermindering van de woningleegstand is een absolute prioriteit.  Men dient bij de verwezenlijking van deze prioriteit echter ook van de gelegenheid gebruik te maken om Brussel te laten uitgroeien tot de Europese hoofdstad van de duurzame ontwikkeling. De sociale huisvestingssector is een ideale hefboom om actie te ondernemen op het vlak van het milieu, waardoor er zowel op sociaal als op milieuvlak de nodige vooruitgang kan worden geboekt. De nieuwe beheersovereenkomst wil als efficiënt instrument, dat gebaseerd is op kwaliteitsvolle partnerschappen, de transparante opvolging van de opdrachten mogelijk maken om zo op lange termijn te kunnen voorzien in een efficiënte financiering van de sector.